Aansprakelijkheid voor gemeenschapsschulden onder het nieuwe huwelijksvermogensrecht (en het doen van afstand van de huwelijksgemeenschap bij faillissement)

expertise:

Family & Inheritance law

newsletter:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

This field is for validation purposes and should be left unchanged.

13 November 2011

Per 1 januari 2012 verandert ons huwelijksvermogensrecht. Op die datum treedt namelijk de ‘Wet van 18 april 2011 tot wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen)’ in werking. Dat heeft onder andere consequenties voor de aansprakelijkheid van echtgenoten voor de gemeenschapsschulden na ontbinding van de huwelijksgemeenschap door bijvoorbeeld echtscheiding, overlijden of opheffing bij latere huwelijksvoorwaarden.

Gaat het om schulden waarvoor beide echtgenoten reeds vóór ontbinding van de gemeenschap aansprakelijk waren, dan verandert er na inwerkingtreding van de nieuwe wet niets: na ontbinding van de gemeenschap blijft ieder der echtgenoten voor het geheel aansprakelijk voor deze schulden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een hypothecaire schuld waarvoor beide echtgenoten hebben getekend. De bank kan beide echtgenoten voor het geheel aanspreken en hun beider volledige vermogens na de ontbinding van de gemeenschap voor de gehele vordering uitwinnen. In de onderlinge verhouding blijven beide partijen echter gehouden ieder voor de helft bij te dragen in de schuld, zodat er na uitwinning door de bank mogelijk een regresvordering aan de zijde van één van de echtgenoten ontstaat.   

Wat wel verandert is de aansprakelijkheid voor gemeenschapsschulden waarvoor één van de echtgenoten vóór de ontbinding van de gemeenschap niet aansprakelijk was: na ontbinding van de gemeenschap is deze echtgenoot per 1 januari 2012 niet langer slechts voor de helft aansprakelijk voor dergelijke schulden, maar voor het geheel, met dien verstande dat daarvoor slechts kan worden uitgewonnen hetgeen hij/zij uit hoofde van de verdeling van de gemeenschap heeft verkregen. Het gaat dan om schulden die slechts door één van de echtgenoten zijn aangegaan voor andere doeleinden dan voor de gezamenlijke huishouding. Is bijvoorbeeld door de man een schuld (lening) aangegaan bij de bank voor de aankoop van effecten, waarvoor de vrouw niet heeft getekend, dan is na ontbinding van de gemeenschap de vrouw evenals de man voor de gehele schuld aansprakelijk. De bank kan zijn vordering jegens de vrouw echter slechts verhalen op hetgeen zij uit de verdeling van de gemeenschap heeft verkregen. Zolang de gemeenschap al wel ontbonden is maar nog niet verdeeld, behoudt de bank zijn recht van verhaal op de onverdeelde goederen der gemeenschap (en op het privévermogen van de man). Ook bij deze schulden blijven beide partijen gehouden in de onderlinge verhouding ieder voor de helft bij te dragen in de schuld.       

Nu de aansprakelijkheidsregels na ontbinding van de gemeenschap wijzigen, kan de vraag worden gesteld of dit van invloed is op het nut van het instrument van het doen van afstand van de gemeenschap. Wanneer een echtgenoot afstand van de gemeenschap doet, wordt hij/zij ontheven van de aansprakelijkheid en draagplicht voor de gemeenschapsschulden waarvoor hij/zij vóór de ontbinding van de gemeenschap niet aansprakelijk was.

In een faillissementssituatie van bijvoorbeeld de in gemeenschap van goederen gehuwde man kan het doen van afstand van de gemeenschap door de vrouw een nuttig instrument zijn om haar aansprakelijkheid voor de schulden tot een minimum te beperken. De schulden van de man vallen immers in de huwelijksgemeenschap zodat schuldeisers zich op alle goederen van de gemeenschap kunnen verhalen en de vrouw langs die weg al snel in het faillissement van de man wordt meegezogen. Door de nieuwe aansprakelijkheidsregels die gelden na  ontbinding van de gemeenschap, wordt de aansprakelijkheid van de vrouw groter dan tot op heden het geval was. Voor schulden die door de man zijn aangegaan, wordt de vrouw na ontbinding van de gemeenschap namelijk 100 % aansprakelijk, waar haar aansprakelijkheid tot op heden beperkt bleef tot slechts 50 %. Dit leidt ertoe dat het doen van afstand onder het nieuwe huwelijksvermogensrecht een groter effect heeft dan onder het thans nog geldende huwelijksvermogensrecht. De aansprakelijkheid van de vrouw wordt na ontbinding van de gemeenschap groter, de mate waarin haar aansprakelijkheid vervalt dus ook.

De vraag kan echter gesteld worden of dit slechts een ‘papieren effect’ is, nu het verhaal van schuldeisers slechts beperkt is tot hetgeen de vrouw uit de gemeenschap verkrijgt. Wanneer zij afstand van de gemeenschap doet, verkrijgt ze praktisch niets uit de gemeenschap en is dat haar nadeel. Doet ze geen afstand en schuldeisers winnen de door haar uit de verdeling van de gemeenschap verkregen goederen uit, dan is haar nadeel even groot. Resteren er dan nog gemeenschapsschulden, dan lijkt de aansprakelijkheid voor de vrouw zoals die geldt onder de nieuwe wetgeving een lege huls bij gebreke van verdere verhaalsmogelijkheden. Echter, om alle mogelijke risico’s van de aansprakelijkheid uit te sluiten, kan het wellicht toch nuttig zijn om afstand van de gemeenschap te doen.

Belangrijker dan het vervallen van de aansprakelijkheid bij afstand wordt onder de nieuwe wetgeving het vervallen van de draagplicht van de vrouw in de gemeenschapsschulden waarvoor zij vóór de ontbinding van de gemeenschap niet aansprakelijk was. Zonder het doen van afstand worden beide echtgenoten na ontbinding van de gemeenschap voor 50 % draagplichtig in deze schulden. Voldoet één van beiden een schuld voor meer dan zijn/haar aandeel, dan heeft hij/zij voor het meerdere een zogenaamde regresvordering op de ander. Deze is dan gehouden te vergoeden aan de ander hetgeen die meer dan 50 % heeft voldaan. Dat is niet het geval wanneer de vrouw afstand van de gemeenschap heeft gedaan. Zij is dan niet langer draagplichtig in de schuld en wanneer de man, of wanneer hij inmiddels failliet is gegaan, zijn curator, de schuld volledig heeft betaald (in geval van faillissement: uit de failliete boedel), kan de helft van die betaling niet meer worden afgewenteld op de vrouw.

Dit laatste kan in een faillissementssituatie een belangrijk effect zijn, met name omdat draagplicht ziet op de interne verhouding tussen echtgenoten en de curator zich in die interne verhouding kan mengen. Dit kan hij niet wanneer de vrouw afstand heeft gedaan. In de externe verhouding tussen de echtgenoten en de schuldeisers speelt draagplicht overigens geen rol (aansprakelijkheid en verhaal juist wel).         

Conclusie

Het doen van afstand blijft dus ook onder de nieuwe wetgeving een nuttig instrument om eventuele nadelige gevolgen van aansprakelijkheid en draagplicht voor gemeenschapsschulden te beperken.

Alvorens afstand te kunnen doen, dient eerst de gemeenschap te worden ontbonden. Echtgenoten hoeven daarvoor niet van elkaar te scheiden, hoewel dat ook een mogelijkheid is om de gemeenschap te ontbinden. Andere mogelijkheden daartoe zijn door te scheiden van tafel en bed, door de opheffing van de gemeenschap te verzoeken bij de rechter en door de gemeenschap op te heffen bij latere huwelijksvoorwaarden.

Het nadeel voor diegene die afstand doet, is dat hij/zij daardoor niets uit de gemeenschap verkrijgt behalve zijn/haar bed, beddegoed en kleren voor persoonlijk gebruik. Daartegenover staat dat hij/zij niet meer voor de helft draagplichtig is in de schulden in de interne verhouding van de echtgenoten (en dat dus niets van diegene kan worden uitgewonnen om de schulden op te verhalen, maar het effect van dat voordeel is per 1 januari 2012 gereduceerd).

Met andere woorden: het nieuw op te bouwen vermogen en de eigen inkomsten van de vrouw zijn na ontbinding van de gemeenschap onder de nieuwe wetgeving hoe dan ook gevrijwaard van verhaal door de schuldeisers van de man. Doet de vrouw vervolgens afstand van de gemeenschap, dan is het effect daarvan dat daardoor zowel haar aansprakelijkheid als haar draagplicht voor de betreffende gemeenschapsschulden komt te vervallen. Onder de nieuwe wetgeving zal vooral het vervallen van de draagplicht een concreet resultaat opleveren en voldoende motivatie voor de vrouw kunnen vormen om tot het doen van afstand over te gaan.

Klik hier om het gehele artikel te downloaden.