Einde Agentuur (5): Ook Vergoeding Voor ‘Oude’ Klanten Is Noodzakelijk

10 April 2016

Bij agentuur kan er exclusiviteit verleend worden aan een handelsagent voor een specifiek geografisch verkoopgebied of voor een specifieke klantenkring. Echter, het is ook mogelijk dat de handelsagent moet concurreren met andere agenten van dezelfde principaal. In zulke gevallen kan er, afhankelijk van de omstandigheden, alsnog klantenvergoeding verschuldigd zijn bij het einde van de agentuurschap (zelfs als het om bestaande klanten gaat). Deze verduidelijking kan voor een hogere financiële compensatie zorgen bij de beëindiging van een agentuurovereenkomst.

Binnen de EU wordt, als er een einde komt aan een agentuurovereenkomst, het recht van de handelsagent op een klantenvergoeding erkend (artikel 17(2)(a) Richtlijn 86/653/EG). Dit geldt als de handelsagent nieuwe klanten heeft binnengehaald of transacties met huidige klanten aanzienlijk heeft verhoogd en deze transacties nog steeds aanzienlijke voordelen opleveren voor de hoefdagent. Ook moet de betaling van deze vergoeding billijk zijn, gezien de omstandigheden, in het bijzonder de provisie die de handelsagent zou missen.

Deze klantenvergoeding mag niet hoger zijn dan het gemiddelde van de jaarlijkse beloning die de agent eerder heeft ontvangen. Normaal gesproken, wordt dit gemiddelde berekend over de laatste vijf jaar (artikel 17(2)(b) Richtlijn 86/653/EG). De achtergrond van deze en andere regels is de bescherming van de handelsagent, die meestal de zwakkere partij is bij een agentuurovereenkomst. In Nederland is deze verplichting van de hoofdagent om een klantenvergoeding te betalen aan zijn agenten vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek (artikel 7:442 BW).

Wat wordt precies bedoeld met ‘nieuwe klanten’? Het is zeer belangrijk voor het berekenen van de klantenvergoeding bij einde agentuur om te begrijpen of de handelsagent ‘nieuwe klanten’ heeft aangebracht. In welke situaties geldt dit? Hierover wordt vaak gedebatteerd. Een recent oordeel van het Europese Hof van Justitie geeft meer duidelijkheid; het Hof beoordeelde de situatie waarin een handelsagent geen ‘eigen’ verkoopgebied of klantenkring kreeg, dus geen exclusiviteit, maar moest concurreren met andere agenten van dezelfde principaal.

Deze ontwikkeling is gunstig voor handelsagenten als hun agentuur eindigt. Ze kunnen een sterkere onderhandelingspositie verwachten en misschien een hogere klantenvergoeding. Het Hof sluit de hoofdagenten echter niet volledig uit. Het accepteert dat het voor de handelsagent makkelijker kan zijn om nieuwe producten te verkopen aan bedrijven of personen die al zaken doen met de hoofdagent. De nationale rechter kan dit volledig in overweging nemen bij het beoordelen van de redelijkheid en billijkheid van de gevraagde klantenvergoeding.

Volgens de Nederlandse wet zijn er enkele uitzonderingen op de verplichting om klantenvergoeding te betalen. Als deze worden bewezen, hoeft er geen klantenvergoeding betaald te worden. Bovendien moet de handelsagent binnen een jaar na het einde van de agentuur mededelen dat hij/zij klantenvergoeding ontvangt. Als de agent dat niet doet, vervalt zijn/haar recht daarop. Beide contractpartijen doen er dus goed aan om tijdig advies in te winnen als hun agentuurovereenkomst eindigt.

Wil je meer weten over de beëindiging van een agentuurovereenkomst? Lees onze eerdere bijdragen over dit onderwerp. Wil je op de hoogte blijven? Download dan hier onze eBooks en nieuwsbrieven.

Heb je meer vragen over agentuur? Mail dan vrijblijvend met een gespecialiseerde advocaat, Adriaan Buyserd.