Gemeente Oldambt Verruilt Pand Voor 1 Euro: Geen Staatssubsidie, M…

expertise:

Competition & Regulatory

newsletter:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

This field is for validation purposes and should be left unchanged.

02 July 2019

Het klinkt als een absurd idee: een monumentaal pand verkopen voor slechts één symbolische euro, in het bijzonder als het pand in kwestie een geschatte waarde van ongeveer een half miljoen euro heeft. Maar deze risicovolle gok werd gewaagd door de Gemeente Oldambt, die daar nu, meer dan vijf jaar later, de prijs voor betaalt. Hoewel volgens de Rechtbank Noord-Nederland het geen staatssteun heeft opgeleverd, zou de Gemeente wel onzorgvuldig en dus onwettig gehandeld hebben tegenover een rivaal van de koper.

Het Verrassende Verkoopverhaal

In 2014 besloot de Gemeente een Rijksmonument aan de Huningaweg in Oostwold te verkopen aan particuliere kopers voor slechts één euro. Het pand was destijds in slechte staat en volgens de Gemeente zouden de verbouwings- en restauratiekosten zo hoog zijn dat het pand nooit rendabel zou kunnen worden geëxploiteerd. Om de leegstand van het monumentale en beeldbepalende pand te voorkomen, ging de Gemeente ermee akkoord het pand voor een symbolische prijs te verkopen.

De verkoop vond plaats in het kader van het algemeen belang om de progressieve aantasting van het dorpsbeeld aan te pakken. De Gemeente legde de kopers op de boerderij te restaureren en deze binnen twee jaar na levering een toeristische bestemming te geven.

Het Geschil van de Concurrent

Blauwestadhoeve B.V. (BSH), een bedrijf dat sinds 2006 een groepsaccommodatie in Midwolda runt, zag zijn omzet aanzienlijk dalen na de opening van de concurrerende boerderij Erve Oostwold. BSH is van mening dat de Gemeente aansprakelijk is voor de opgelopen schade en gelooft dat de getroffen verkoopovereenkomst ongeldig is omdat er onrechtmatige staatssteun zou zijn verleend.

Onrechtmatige Staatssteun?

Volgens de rechtbank is er geen sprake van onrechtmatige staatssteun. Hoewel de zaak wel degelijk een geval van begunstiging van één onderneming boven haar concurrenten aantoont, wordt de impact op de interstatelijke handel merkbaar als marginaal beschouwd.

Strijd met Zorgvuldigheidsbeginsel

Omdat de Gemeente tijdens de besluitvorming geen rekening hield met de belangen van BSH, trad zij volgens de rechtbank wel onzorgvuldig op. Volgens de rechtbank heeft de Gemeente BSH bevoordeeld door onrechtmatig handelen dat waarschijnlijk heeft geleid tot oneerlijke concurrentie.

Deze uitspraak bevestigt opnieuw dat overheden bij privaatrechtelijk handelen altijd de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht moeten nemen. Zo niet, dan lopen ze het risico op schadeclaims van benadeelde belanghebbenden.

Wilt U Meer Weten?

Voor meer informatie kunt u vrijblijvend contact opnemen met een van onze gespecialiseerde deskundigen, Martijn Jongmans of Sophia Wittkämper