Loondoorbetaling na plastisch chirurgische ingreep?

expertise:

Employment law

newsletter:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

This field is for validation purposes and should be left unchanged.

07 October 2013

Indien een werknemer door arbeidsongeschiktheid werkzaamheden niet kan verrichten, dient de werkgever, gedurende 104 weken, (een deel van) het salaris aan de werknemer door te betalen. Dat is niet het geval indien de arbeidsongeschiktheid opzettelijk is veroorzaakt. Is de werkgever ook gehouden het salaris door te betalen indien een werknemer niet kan werken in verband met een cosmetische ingreep?

In 2005 oordeelde de Kantonrechter Maastricht dat een werkneemster na deelname aan het televisieprogramma "Make me beautiful" recht had op doorbetaling van loon. De werkneemster had, in het kader van haar deelname aan dat programma, een aantal cosmetische operaties ondergaan. Ze had een aantal weken verlof opgenomen en zich daarna ziek gemeld. Een van de littekens was gaan ontsteken.

De kantonrechter overwoog dat het enkele feit dat voor het ondergaan van de betreffende operaties – in de visie van werkgever – geen enkele medische of psychische noodzaak bestond, de werknemer er niet van hoefde te weerhouden die operaties te ondergaan. Niet-voorziene en niet-gewilde gevolgen van die operaties kunnen niet worden gekwalificeerd als opzettelijk veroorzaakt in de zin van de wet. Het is een feit van algemene bekendheid dat aan operaties een complicatierisico kleeft, aldus de Kantonrechter. De werkgever moest het salaris doorbetalen.

De kantonrechter te Middelburg oordeelde dit jaar over een soortgelijke zaak. De werkneemster heeft in maart 2012 twee cosmetische ingrepen aan het gelaat ondergaan (ooglidcorrectie). De dag na de operatie heeft de werkneemster zich ziek gemeld. De werkgever heeft het loon van de werkneemster gedurende de herstelperiode doorbetaald, maar heeft het aantal dagen van afwezigheid van werkneemster in mindering gebracht op haar verlofuren. De werkgever stelde zich op het standpunt dat voor de ingreep geen medische noodzaak en/of medische indicatie bestond. De ziekte en als gevolg daarvan de arbeidsongeschiktheid, waren opzettelijk door werkneemster veroorzaakt. De werkneemster had geen verwijzing van een huisarts en de praktijk van de behandelend arts richt zich op commerciële plastische chirurgie, aldus de werkgever. Verder verwees de werkgever naar twee verklaringen van de bedrijfsarts.

De werkneemster was het niet eens met die redenering en vorderde bijschrijving van haar vakantie-uren. Werkneemster stelde dat de ingreep niet enkel door cosmetische motieven is ingegeven.

De kantonrechter overwoog dat het in deze zaak aankwam op de beantwoording van de vraag of voor de ooglidcorrectie een medische noodzaak en/of indicatie bestond. Die vraag heeft de kantonrechter bevestigend beantwoord, onder verwijzing naar de verklaring van de behandelend plastisch chirurg. De arts schreef dat de werkneemster een blefaro chalasis vertoonde (een teveel aan huid bij de oogleden) met klachten van vermoeidheid en gezichtsveldbeperking. Daarnaast vertoonde werkneemster een vroegtijdige veroudering van de huid, met psychosociale problemen als gevolg. De bedrijfsarts onderschreef in augustus 2012 nog dat er zeker sprake was van een medische indicatie voor de operatie. Een maand later, in september 2012, draaide de bedrijfsarts bij en stelde hij dat hij tot het oordeel kwam dat er geen strikte noodzaak was voor de uitgevoerde ingreep. Hij verwees daarbij naar de criteria van de zorgverzekeraars.

De kantonrechter overweegt dat die maatstaven van de zorgverzekeraars niet van doorslaggevende betekenis zijn. Of een verzekeraar een ingreep vergoedt, is immers niet alleen afhankelijk van de vraag of er sprake is van een noodzakelijke medisch ingreep, maar kan ook afhangen van het specifieke verzekeringspakket en wordt mede ingegeven door financiële belangen. De kantonrechter concludeert dat de ingreep mede uit medisch oogpunt noodzakelijk was en dat van het opzettelijk veroorzaken van ziekte geen sprake was. De verlofuren zijn ten onrechte op het verlofsaldo in mindering gebracht, aldus de Kantonrechter. De vorderingen van de werkneemster worden toegewezen.

Heeft u vragen over de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever in het algemeen of in specifieke gevallen, zoals in geval van ziekmelding na wintersportvakantie, sporten in het weekend of rijden onder invloed, dan kunt u contact opnemen met één van de leden van de sectie arbeidsrecht.