Nieuwe aanbestedingswet door bedrijfsleven positief ontvangen

expertise:

Competition & Regulatory

newsletter:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

This field is for validation purposes and should be left unchanged.

15 May 2011

Nadat de Eerste Kamer het voorstel voor een Aanbestedingswet op 8 juli 2008 heeft verworpen – dit komt in de wetgevingspraktijk maar zelden voor! – is de minister van Economische Zaken gestart met het schrijven van een nieuw wetsvoorstel. Dit voorstel is in juli 2010 bij de Tweede Kamer ingediend. Op 28 maart 2011 heeft de minister een nota van wijziging aan de Tweede Kamer gezonden.

Vanuit het bedrijfsleven is de afgelopen jaren veel kritiek geleverd op de zware eisen die gesteld worden aan inschrijvers bij overheidsopdrachten. Met deze kritiek wordt nu rekening gehouden.

In de nota van wijzigingen is volgens de minister geprobeerd om kleinere bedrijven een betere kans te geven om aan grote aanbestedingen deel te nemen. Een voorbeeld hiervan is een verbod op het zodanig clusteren van opdrachten dat kleinere bedrijven bij voorbaat buiten de boot vallen. Daarnaast is het niet toegestaan om onredelijke contractsvoorwaarden aan ondernemers op te leggen.

Een andere voorgenomen maatregel van de minister is dat aanbestedingsregels worden versimpeld. De minister stelt tevens voor dat slechts de ondernemer die, naar aanleiding van de aanbestedingsprocedure in aanmerking komt voor de opdracht een gedragsverklaring dient te overleggen, in plaats van alle ondernemers die deelnemen aan de aanbestedingsprocedure. De geldigheidsduur van deze verklaring wordt overigens verlengd van 1 naar 2 jaar, zodat niet telkens opnieuw een verklaring aangevraagd hoeft te worden. De minister heeft tot slot voorgesteld om een commissie van aanbestedingsexperts in te stellen. Deze onafhankelijke commissie dient voor de afhandeling van klachten bij aanbestedingen zorg te dragen.

Deze voorgestelde wijzigingen zijn door het bedrijfsleven positief ontvangen. De toekomst zal echter moeten uitwijzen of de wijzigingen in de aanbestedingspraktijk zullen leiden tot een eerlijkere wijze van aanbesteden.