Prinsjesdag 2018: wat HR moet weten

19 September 2018

Niet veel nieuws voor HR dit jaar bij Prinsjesdag. En dat is maar goed ook, want uiteindelijk houden de meeste werkgevers niet zo van verrassingen. De in de begroting aangekondigde plannen kwamen eerder voorbij. De vijf meest interessante op een rij.

1. Wet Arbeidsmarkt in Balans
In de begroting voor 2019 aandacht voor de reeds in april aangekondigde Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB). Het wetsvoorstel moet in het najaar van 2018 bij de Tweede Kamer liggen. Enkele onderdelen van de WAB:

  • Verruiming van de proeftijd. Bij het direct aanbieden van een vast contract wordt de proeftijd maximaal 5 maanden en voor contracten van meer dan twee jaar wordt de maximale proeftijd drie maanden.
  • Invoering van een extra ontslaggrond (cumulatiegrond) bij een ontslagprocedure voor de rechter. Wordt de arbeidsovereenkomst op basis van de cumulatiegrond ontbonden, dan kan de rechter een extra vergoeding toekennen van maximaal de helft van de transitievergoeding.
  • De transitievergoeding wordt aangepast. De transitievergoeding gaat gelden vanaf eerste werkdag (in plaats vanaf 2 jaar). De opbouw van de transitievergoeding wordt soberder: voortaan telt elk dienstjaar voor een derde maandsalaris.
  • Lagere WW-premie bij aanbieden van een vast contract.
  • De ketenregeling (het maximaal aantal opeenvolgende tijdelijke contracten) gaat weer van twee naar drie jaar.
  • Aanpassingen bij oproepcontracten. Oproepkrachten hoeven niet permanent beschikbaar te zijn. De oproepkracht hoeft aan een oproep geen gehoor te geven als de arbeidsomvang niet of niet duidelijk is vastgelegd en de oproep niet minstens vier dagen van het voren bekend is gemaakt.
  • Payroll werknemers krijgen een eigen plek in de wet. Met uitzondering van pensioen moeten hun arbeidsvoorwaarden ten minste gelijk zijn aan die van de werknemers bij de inlener.

2. Compensatie transitievergoeding voor kleine werkgevers
Werkgevers ervaren drempels bij het geven van een vast contract. Vooral kleine werkgevers zien regels rondom ziekte en verplicht betalen van een ontslagvergoeding als risicovol en belastend. Om het MKB toch zo ver te krijgen dat er meer vaste banen worden aangeboden, is het kabinet van plan om ‘de scherpe randen van de transitievergoeding te slijpen’. Plan is om bij kleine werkgevers de transitievergoeding te compenseren in geval van een ontslag vanwege een reorganisatie, pensionering of ziekte.

3. Aanpakken schijnzelfstandigheid
Wanneer ben je zelfstandig en hoeft de opdrachtgever geen loonbelasting en premies in te houden, en wanneer is toch sprake van een arbeidsovereenkomst? Eerst moest iedereen een VAR hebben, vervolgens moesten we allemaal aan de modelcontracten en nu toch weer niet. Bedrijven worden er gek van. In juni stuurden de Minister van SZW en de Staatsecretaris van Financiën een ‘kamerbrief’ aan de Tweede Kamer over de route naar inwerkingtreding van wetgeving ter vervanging van de Wet DBA. Volgens die brief zet het kabinet in op drie routes. 1. Handhaving wordt uitgesteld tot 1 januari 2020, behalve voor kwaadwillende. 2. Uiterlijk 1 januari 2019 wil het kabinet verduidelijkt hebben wanneer wel of geen sprake is van gezag (het onderscheidend criterium tussen werknemers en zelfstandigen) 3. Voor de langere termijn wordt onderzoek gedaan naar op de opkomst van nieuwe vormen van arbeidsrelaties, waaronder de introductie van een ondernemersovereenkomst en aanpassing van de definitie van uitzendovereenkomst.

De voorgestelde maatregelen bestaan nu nog uit een onderscheid tussen zelfstandigen met een laag en hoog tarief. Bij een laag tarief in combinatie met een langdurige werkperiode zou voortaan altijd sprake zijn van een arbeidsrelatie. Bij een hoog tarief in combinatie met een korte werkperiode of het verrichten van (voor de inlener) niet reguliere bedrijfsactiviteiten, kan gekozen worden voor een opt-out wat betreft loonheffing en werknemersverzekeringen. Tussen de arbeidskrachten met een laag en hoog tarief zitten de personen waarbij de opdrachtgever via een web module een verklaring kan krijgen over de kwalificatie van de arbeidsrelatie.

4. Pensioenen
Het Nederlandse pensioenstelsel behoort, aldus het kabinet, tot het beste van de wereld. Toch moet er vernieuwd worden. De sterke punten houden we: collectieve uitvoering voor lage kosten; risicoverdeling voor levenslange uitkering; de verplichtstelling voor een groot aantal werknemers. De doorsneesystematiek moet verdwijnen: een ieder krijgt op elk moment de pensioenopbouw die past bij de ingelegde premie. Daardoor moet het voor zzp-ers aantrekkelijker worden om mee te doen. Het kabinet gaat de mogelijkheid onderzoeken om na pensionering een deel van het pensioen ineens op te nemen.

5. Arbeid en zorg
In de begroting ook aandacht voor het plan voor uitbreiding van het geboorteverlof. De partner van de moeder krijgt in het eerste half jaar recht op zes weken geboorteverlof. Het adoptie- en pleegzorgverlof gaat van vier naar zes weken.

Verder onderzoeken
Volgens de begroting signaleert het kabinet dat de arbeidsmarkt in een hoog tempo verandert. Het is de vraag of het arbeidsrecht, sociale zekerheid en fiscaliteit op langere termijn nog wel op elkaar aansluiten. Een onafhankelijke commissie moet gaan onderzoeken in hoeverre het huidige stelsel toekomst bestendig is.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of heeft u andere arbeidsrechtelijke vragen, neemt u dan gerust vrijblijvend contact op met Stëffan de Jong of één van de andere leden van de sectie Arbeidsrecht.