Vragen over bevoegdheid bij Europese rechter door online distributieafspraken van Samsung

11 January 2016

Een geschil tussen de Franse retailer Concurrence en Samsung over beperkingen in online verkoop is voorgelegd aan het Europese Hof. Concurrence heeft een rechtszaak aangespannen bij de Franse rechter om te eisen dat Samsung geen producten meer verkoopt via Amazon. De Franse Hoge Raad vraagt zich nu af of zij bevoegd zijn om deze zaak te behandelen.

Achtergrondinformatie 

Concurrence had toestemming van Samsung om hun producten te verkopen, echter was het hen volgens het contract niet toegestaan om Samsung-producten te verkopen buiten het gevestigde verkoopnetwerk of op online marktplaatsen. Toen Samsung erachter kwam dat Concurrence in strijd met deze regel producten verkocht op een online marktplaats, beëindigden ze de distributieovereenkomst. Concurrence was van mening dat deze regel discriminerend werd toegepast, omdat Amazon producten van andere leveranciers op haar websites in Frankrijk en andere landen aanbiedt.

Bevoegdheidsprobleem 

Concurrence wil dat de hoogste Franse rechter een uitspraak doet over het distributiebeleid van Samsung en eist een verbod op de verkoop van Samsung-producten via Amazon in Frankrijk, Duitsland, Engeland, Spanje en Italië. Op 23 november 2015 stelde de hoogste Franse rechtbank, de Cour de Cassation, een prejudiciële vraag aan het Europees Hof van Justitie. Dit is een vraag die een nationale rechtbank kan stellen aan het Europees Hof over de interpretatie van Europees recht.

De vraag die door de Franse Hoge Raad is gesteld, betreft of zij kunnen oordelen over het deel van de claim dat van toepassing is op Amazon’s websites buiten Frankrijk. Het antwoord op deze vraag hangt af van de interpretatie van de Brussel I-Verordening, welke regels bevat over welke rechter bevoegd is om te oordelen bij grensoverschrijdende geschillen binnen de EU.

De lagere rechtbanken kwamen tot de conclusie dat zij niet bevoegd waren om de zaak te behandelen, aangezien Franse rechters volgens hen alleen bevoegd zijn om te oordelen over zaken die betrekking hebben op distributie via websites die speciaal gecreëerd zijn voor een Frans publiek.

Het is nu aan het Hof van Justitie van de Europese Unie om te beslissen of gerechten van een lidstaat bevoegd zijn om kennis te nemen van een onrechtmatige daadszaak die betrekking heeft op internetverkoop, enkel en alleen omdat de website toegankelijk is vanuit die lidstaat.

Meer informatie?  

Mail  vrijblijvend met Minos van Joolingen (LinkedIn hier en website hier) of Esra van der Wolk (LinkedIn hier en website hier).

Op de hoogte blijven? 

Download onze eBooks en meld je aan voor onze nieuwsbrief hier.