Strikte voorwaarden aan (heimelijk) cameragebruik door werkgevers

expertise:

Intellectual Property

newsletter:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

This field is for validation purposes and should be left unchanged.

29 September 2015

Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) heeft na onderzoek geconcludeerd dat het inzetten van ‘mystery shoppers’ die met een verborgen camera het personeel van Media Markt filmden in het kader van personeelstraining, in strijd is met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Ook het gebruik van beelden van beveiligingscamera’s voor het aanspreken van personeel en het afhandelen van klachten, acht het CBP in strijd met het doel van de beveiligingscamera’s en daarmee in strijd met de wet. Het CBP geeft in zijn rapport aan welke wettelijke vereisten gelden voor een werkgever bij gebruik van heimelijk cameratoezicht van personeel. Hieruit volgt dat het uitgangspunt is dat werkgevers in principe geen gebruik mogen maken van verborgen camera’s om hun personeel te filmen. Alleen indien met andere middelen het beoogde doel niet kan worden bereikt en het CBP voorafgaand toestemming heeft verleend, kan tijdelijk verborgen cameragebruik in overeenstemming zijn met de wet.       

___________

Voorwaarden voor gebruik verborgen camera’s

Alleen onder strikte voorwaarden mag een werkgever gebruik maken van heimelijk cameratoezicht van het personeel. Allereerst dient de werkgever een grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens te hebben, namelijk een gerechtvaardigd belang (artikel 8 sub f Wbp). Er kan pas sprake zijn van een gerechtvaardigd belang, indien het gebruik van een verborgen camera noodzakelijk is om het beoogde doel te bereiken. Indien het beoogde doel ook kan worden bereikt met middelen die minder inbreuk maken op de privacy, is het gebruik van (heimelijk) cameratoezicht dus niet geoorloofd. Daarnaast moet het belang van de werkgever prevaleren boven het recht op privacy van de werknemers. Heeft de werkgever een gerechtvaardigd belang (bijvoorbeeld in geval van fraude of diefstal) dan dient de werkgever vooraf in algemene zin werknemers en – indien aanwezig – de ondernemingsraad op de hoogte te hebben gebracht dat verborgen camera’s kunnen worden ingezet. Ook dient het gebruik van camera’s te worden gemeld bij het CBP. Is het personeel niet geïnformeerd, dan dient het CBP om voorafgaande toestemming te worden verzocht. Verborgen cameragebruik mag bovendien slechts van tijdelijke aard zijn en de werkgever dient de betrokken werknemer(s) in ieder geval achteraf te informeren over de controle met de verborgen camera. Voor meer informatie, zie het informatieblad ‘Camera’s op de werkplek’ van het CBP en het vandaag gepubliceerde overzicht met ‘Do’s & Don’ts bij camera’s op de werkvloer’.

Rapport CBP

Het CBP heeft in zijn onderzoeksrapport naar het gebruik van verborgen camera’s via ‘mystery shoppers’, overwogen dat Media Markt geen gerechtvaardigd belang had bij dit cameragebruik voor de training van haar personeel. Door het gebrek aan gerechtvaardigd belang ontbreekt ook iedere wettelijke grondslag. Het CBP oordeelt dat het gebruik van verborgen camera’s voor leerdoeleinden niet noodzakelijk is, omdat goede training van het personeel ook mogelijk is met minder ingrijpende middelen. Bovendien acht het CBP het belang van Media Markt om haar personeel te trainen minder groot dan het belang van het personeel om niet gefilmd te worden met verborgen camera’s. De nieuwe beleidslijn cameragebruik die Media Markt had opgesteld in het kader van het onderzoek van het CBP kan haar ook niet baten, want het gebrek aan grondslag kan daarmee niet worden opgeheven.

Tevens heeft het CBP geoordeeld dat het gebruik van beelden van beveiligingscamera’s voor andere doeleinden dan het door Media Markt in haar melding genoemde doel – de veiligheid van de klant en het personeel waarborgen en winkeldiefstal tegen gaan – in strijd is met de Wbp. Het gebruik van deze beelden voor het controleren van het functioneren van personeel en afhandelen van klachten van klanten acht het CBP onverenigbaar met het oorspronkelijke doel van de camera-observaties en daarom in strijd met artikel 9 van de Wbp. 

Conclusie

Voordat u als werkgever overgaat tot het gebruik van verborgen camera’s dient u een gerechtvaardig belang te hebben, de mogelijkheid van dit gebruik kenbaar te hebben gemaakt aan uw personeel en dit gebruik te hebben gemeld bij het CBP. Let wel, het niet vooraf kenbaar maken van een mogelijk gebruik van verborgen camera’s is een strafbaar feit op grond van artikel 139f of artikel 441b Wetboek van strafrecht. Het is daarom van groot belang het personeel in te lichten over een mogelijk gebruik van verborgen camera’s. Dat kan bijvoorbeeld in een bedrijfsprotocol of in de arbeidsvoorwaarden. Is het personeel niet ingelicht, dan is voorafgaande toestemming van het CBP vereist.

Wilt u meer informatie over het gebruik van (heimelijk) cameragebruik op de werkvloer of heeft u een concrete vraag, neem dan gerust contact op met:  Monique Hennekens