Uitspraak Hoge Raad: IPR. Internationale bevoegdheid (ECLI:NL:HR:2019:925, 14 juni 2019, 18-00524)

expertise:

Cassation (Supreme Court Appeals)

newsletter:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

This field is for validation purposes and should be left unchanged.

14 June 2019

Art. 7, aanhef en punt 2, Verordening Brussel I-bis (nr. 1215/2012). Collectieve actie ten behoeve van aandeelhouders met Nederlandse beleggingsrekening op de grond dat BP hen onjuist, onvolledig of misleidend heeft geïnformeerd over de olieramp uit 2010 in de Golf van Mexico. Rechtbank en hof hebben zich onbevoegd verklaard. Biedt schade op beleggingsrekening voldoende aanknopingspunten om Nederland als ‘Erfolgsort’ te kwalificeren? Bijzondere of bijkomende omstandigheden voor bevoegdheid Nederlandse rechter. Betekenis van de omstandigheid dat sprake is van collectieve actie op de voet van art. 3:305a BW. Voornemen tot het stellen van prejudiciële vragen aan HvJEU.

ECLI:NL:HR:2019:925, 14 juni 2019, 18-00524.

Lees hier de volledige uitspraak.