Verzwijgen geregistreerd partnerschap met patiënt: reden voor ontslag?

expertise:

Employment law

newsletter:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

This field is for validation purposes and should be left unchanged.

29 January 2019

Het aangaan van een affectieve relatie op de werkvloer behoort tot de persoonlijke levenssfeer van de werknemer. In beginsel levert dit dus geen reden voor ontslag op. Vrijwel elke rechter neemt dit als uitgangspunt. Het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer wordt evenwel begrensd door werkgeversbelangen. Als deze in het gedrang komen, zal ontslag onder omstandigheden toch mogelijk zijn. In deze blog staan wij stil bij een recente uitspraak van de kantonrechter Bergen op Zoom. Daarin verzweeg een werkneemster het aangaan van een geregistreerd partnerschap met een 85-jarige patiënt (en de financiële belangen die zij daarbij had). De arbeidsovereenkomst werd wegens ernstig verwijtbaar handelen ontbonden.

Feiten
Werkneemster was bij werkgever, een huisartsenpraktijk, als doktersassistente in dienst. Op de arbeidsovereenkomst was de Beroepscode Doktersassistent van de NVDA (‘de Beroepscode’) van toepassing. Daarin zijn gedragsregels opgenomen voor de beroepsgroep van werkneemster.

Na het overlijden van één van haar patiënten, constateerde werkgever dat werkneemster tot erfgenaam was benoemd in het testament van de betreffende patiënt. Ook bleek werkneemster een geregistreerd partnerschap met hem te zijn aangegaan om zijn nalatenschap op fiscaal gunstige wijze te kunnen aanvaarden.

Werkgever plaatste hier – terecht – vraagtekens bij. Werkgever had immers in goed vertrouwen taken aan werknemer gedelegeerd ten aanzien van de patiënt. Verder was werkneemster betrokken bij zijn euthanasieverzoek. Ook begeleidde werkneemster hem bij zijn verstervingstraject toen euthanasie werd geweigerd door een negatief advies van een tweede arts.

Gelet op de omstandigheden, besloot werkgever een (tweede) ontbindingsverzoek in te dienen. Volgens werkgever had werkneemster door haar handelswijze de gedragsregels in de Beroepscode ruimschoots overtreden. Ook had zij het vertrouwen van werkgever beschaamd door niets te melden over het aangaan van het geregistreerd partnerschap met de patiënt en later ook diens erfenis te aanvaarden.

Volgens werkneemster was werkgever op zoek gegaan naar een stok om haar te slaan. Werkgever zou haar privacy ernstig hebben geschonden door te gaan “spitten” in haar privé-achtergronden. Werkneemster was, naar eigen zeggen, niet verplicht om haar werkgever te informeren over het geregistreerd partnerschap met de patiënt. Dit partnerschap zou enkel zijn aangegaan vanwege fiscale redenen en stond volledig los van de relatie van werkneemster als verzorgster van de patiënt. Bovendien was het volgens werkneemster op nadrukkelijk verzoek van de patiënt dat zij haar werkgever niets over de situatie had verteld.

Oordeel kantonrechter
De kantonrechter deelt het standpunt van werkgever en ontbindt de arbeidsovereenkomst op grond van ernstig verwijtbaar handelen. De belangrijkste overwegingen worden hieronder genoemd:

  • Geen inbreuk privacy
    Van een inbreuk op de privacy van werkneemster is géén sprake. De gegevens die werkgever aan haar ontbindingsverzoek ten grondslag heeft gelegd, zijn openbaar en vrij in te zien in het Kadaster, aldus de kantonrechter. Verder wordt op dit punt door de kantonrechter niet ingegaan.
  • Professionele grenzen niet in acht genomen
    De kantonrechter stelt vervolgens vast dat werkneemster een financieel belang had bij het overlijden van de patiënt, zodat van de vereiste afstand die werkneemster als zorgverlener dient te bewaren tot haar patiënt geen sprake meer was. De kantonrechter acht het zeer kwalijk dat werkneemster dit zelf niet heeft ingezien en kennelijk nog steeds niet in ziet.
  • Melden persoonlijke relatie met patiënt
    Ook wanneer daar geen wettelijke verplichting toe bestaat, had werkneemster haar persoonlijke relatie met de patiënt moeten melden aan haar werkgever, aldus de kantonrechter. Werkneemster heeft deze keuze echter niet gemaakt. Zij heeft daarmee de professionele en morele grenzen (ver) overschreden.
  • Geen vergoeding
    Omdat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden wegens ernstig verwijtbaar handelen, is voor het toekennen van een vergoeding in deze kwestie geen plaats.

Tot slot
De kantonrechter oordeelt – naar onze mening terecht – dat werkneemster te ver is gegaan in haar zorg voor de 85-jarige patiënt. Het beroep van werkneemster op eerbiediging van haar persoonlijke levenssfeer, houdt geen stand. Alhoewel op dit punt niet expliciet een belangenafweging wordt gemaakt, is begrijpelijk dat de kantonrechter (gelet op alle omstandigheden) het privacy-argument van werkneemster van tafel veegt.

Heeft u vragen over deze blog? Neem dan vrijblijvend contact op met Karen Knook (k.knook@banning.nl / 073 8000 936) of een van de andere leden van de sectie Arbeidsrecht.