Vordering tot afgifte van door curatoren ter veiling aangeboden luxeauto’s

expertise:

Corporate law - M&A

newsletter:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

This field is for validation purposes and should be left unchanged.

12 May 2009

(Voorzieningenrechter Rechtbank ’s-Hertogenbosch 23 februari 2009, LJN BH4176, www.rechtspraak.nl). Centraal in dit kort geding staat een drietal afzonderlijke vorderingen van eiser 1 op de curatoren tot opheffing van door de curatoren ten laste van eiser 1 gelegde beslagen, van eiser 1 en eiser 2 (hierna: “J+J”) tot teruggave van een Ferrari 575 Maranello GTC F1 (hierna: “de Ferrari”) en van eiser 1 en eiser 3 (hierna: “Easy Life Germany”) tot teruggave van een Porsche GT2 (hierna: “de Porsche”). 

Easy Life Investments B.V. is op 14 oktober 2008 in staat van faillissement verklaard. De heer X (hierna: “X”), voormalig bestuurder van Easy Life Investments B.V., is op 3 december 2008 persoonlijk failliet verklaard. In beide faillissementen is een drietal curatoren benoemd (hierna: “de curatoren”). Eiser 1 is aandeelhouder en bestuurder van J+J. X houdt 51% en de heer B (hierna: “B”) houdt 49% van de aandelen in Easy Life Germany Verwaltungs-GmbH. Easy Life Verwaltungs-GmbH houdt de aandelen in Easy Life Germany. X en B zijn Geschäfsführer van Easy Life Germany Verwaltungs-GmbH. Easy Life Germany Verwaltungs-GmbH is de bestuurder van Easy Life Germany. Easy Life Germany Verwaltungs-GmbH is op 26 november 2008, terwijl Easy Life Germany op 11 december 2008 in het Duitse handelsregister is ingeschreven. 

De curatoren boden op een inmiddels reeds gehouden internetveiling onder andere een Ferrari en een Porsche te koop aan. Zowel J+J en Easy Life Germany beroepen zich erop dat zij eigenaar zijn van de Ferrari respectievelijk de Porsche. Gelet op deze standpunten van partijen dienen zij volgens de voorzieningenrechter aannemelijk te maken dat de Ferrari respectievelijk de Porsche hun eigendom is. Hieronder komen in de beoordeling door de voorzieningenrechter hun diverse standpunten naar voren.

Tussen partijen staat niet vast waar de Ferrari respectievelijk de Porsche zich bevond op het moment dat de akte werd getekend waarin de eigendom van de Ferrari respectievelijk de Porsche tot zekerheid aan de Kreissparkasse Heinsberg werd overgedragen. De curatoren betogen terecht dat de Ferrari en de Porsche alleen op grond van Duits recht in eigendom tot zekerheid aan de Kreissparkasse Heinsberg konden worden overgedragen als zij op het moment van het ondertekenen van de akte tot zekerheidsoverdracht zich op Duits grondgebied bevonden. Het betoog van de curatoren dat naar Nederlands recht eigendomsoverdracht tot zekerheid onmogelijk is, is volgens de voorzieningenrechter te algemeen en daarmee niet zonder meer juist. De voorzieningenrechter wijst er in de eerste plaats op dat zekerheidseigendom in de vorm van een eigendomsvoorbehoud op grond van art. 3:92 BW geoorloofd is. In de tweede plaats is van belang dat de Hoge Raad art. 3:84 lid 3 BW, dat een verbod van een zekerheidsoverdracht zou inhouden, door de Hoge Raad restrictief wordt uitgelegd. In het geval J+J dan wel Easy Life Germany eigenaar zou zijn geworden van de Ferrari respectievelijk de Porsche en de auto’s zich op het moment van het ondertekenen van de akte waarin de eigendom van de Ferrari respectievelijk de Porsche tot zekerheid aan de Kreissparkasse Heinsberg werd overgedragen in Nederland bevonden zal door uitleg van de akte moeten worden vastgesteld of Kreissparkasse Heinsberg eigenaar van de Ferrari en/of de Porsche is geworden.

Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft J+J (nog) niet aannemelijk gemaakt dat de Ferrari haar eigendom is. Voor het standpunt van de curatoren dat de Ferrari in de boedel van X valt pleit dat de Ferrari zich (feitelijk) in de boedel van X bevindt, X betoogt dat de Ferrari van hem is en tussen partijen staat vast dat X € 75.000,– heeft betaald aan Ferrari Autohaus Ulrich GmbH (hierna: “Ulrich”), waar de Ferrari is gekocht. Daartegen pleit onder meer dat door Ulrich J+J met betrekking tot de aankoop van de Ferrari een factuur heeft verzonden aan J+J, J+J ten behoeve van de koop van de Ferrari geld van Kreissparkasse Heinsberg heeft geleend, het kenteken van de Ferrari op naam van J+J staat en eiser 1 heeft verklaard dat de Ferrari van J+J is. Omdat J+J (nog) niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij eigenaar van de Ferrari is, heeft de voorzieningenrechter de vordering tot afgifte van de Ferrari afgewezen. Omdat een aantal argumenten voor het standpunt van J+J pleit, heeft de voorzieningenrechter de curator geboden de verkoop van de Ferrari te staken en (voorshands) gestaakt te houden, alsmede de curatoren veroordeeld de Ferrari uit de veiling terug te trekken en ervoor te zorgen dat niet langer met de Ferrari op de website van BVA Auctions wordt geadverteerd.

Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft Easy Life Germany (nog) niet aannemelijk gemaakt dat de Porsche haar eigendom is. Voor het standpunt van de curatoren dat de Porsche in de boedel van X valt pleit dat de Porsche zich (feitelijk) in de boedel van X bevindt, X en de heer P, een medewerker van Porsche Centrum Eindhoven, betogen dat de Porsche van X is en tussen partijen vaststaat dat X een bedrag van € 83.000,– aan Porsche Centrum Eindhoven heeft betaald. Daartegen pleit dat Porsche Centrum Eindhoven Easy Life Germany met betrekking tot de aankoop van de Porsche een factuur heeft verzonden, Easy Life Germany ten behoeve van de koop van de Porsche geld van Kreissparkasse Heinsberg heeft geleend en het kenteken van de Porsche op naam van Easy Life Germany staat. Omdat Easy Life Germany (nog) niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij eigenaar van de Porsche is, heeft de voorzieningenrechter de vordering tot afgifte daarvan afgewezen. Omdat een aantal argumenten voor het standpunt van Easy Life Germany pleit, zal de voorzieningenrechter de curator gebieden de verkoop van de Porsche te staken en (voorshands) gestaakt te houden. De curatoren zullen niet worden veroordeeld de Porsche meteen uit de veiling terug te trekken omdat partijen het erover eens zijn dat nagegaan dient te worden of voor de Porsche een acceptabel bod kan worden verkregen. Wel zal worden bepaald dat de curatoren de Porsche slechts met toestemming van Easy Life Germany, eiser 1 en Kreissparkasse Heinsberg mag worden gegund.

Nu tussen partijen zo snel mogelijk duidelijkheid dient te ontstaan omtrent de eigendom van de Porsche, maakt de voorzieningenrechter de veroordeling van de curatoren de verkoop van de Porsche (voorshands) gestaakt te houden afhankelijk van het door Easy Life Germany in rechte betrekken van de curatoren binnen twee maanden na heden. Met betrekking tot de Ferrari dient J+J de curatoren binnen drie weken na heden in rechte te betrekken.