Waar kunnen slachtoffers van kartelpraktijken hun aanvraag voor schadevergoeding indienen?

20 May 2015

Slachtoffers van kartels die hun schade willen verhalen, worden vaak geconfronteerd met verschillende procedurele complicaties. Een daarvan heeft betrekking op welke rechter zij moeten benaderen. Dit is vooral een uitdaging wanneer het kartel zich verspreidt over verschillende jurisdicties. Vandaag komt het Hof van Justitie van de EU deze slachtoffers tegemoet. Het maakt het voor hen mogelijk om hun volledige schadeclaim te centreren bij de rechter die bevoegd is ten aanzien van (tenminste) één van de deelnemers aan het kartel.

De algemene regel is dat een eiser een gedaagde dagvaardt in het land waar de gedaagde woont of gevestigd is (Brussel I Verordening, oud en nieuw). Dezelfde algemene regel is ook van toepassing binnen de EU voor schadeclaims op basis van onrechtmatige daad.

In gevallen waar er meerdere gedaagden zijn die verspreid zijn over de EU-lidstaten, zoals bij kartels vaak het geval is, kan er van de algemene regel worden afgeweken. Onder bepaalde omstandigheden kan de schadeclaim gecentreerd worden bij één rechter, op voorwaarde dat er voldoende verband bestaat tussen de verschillende ‘deelzaken’. Dit verlaagt het risico op tegenstrijdige rechtspraak.

Oordeel van de Europese rechter

In HvJEU 21 mei 2015, zaak C‑352/13 (CDC/Akzo Nobel c.s.), dat verband hieldt met het waterstofperoxide-kartel, wilde de Belgische claiminstelling CDC namens een groep kartel-slachtoffers schade verhalen op zes karteldeelnemers, die in verschillende EU-lidstaten gevestigd waren. De gedaagden waren al in 2006 door de Europese Commissie beboet voor hun deelname aan het illegale kartel.

CDC koos ervoor om hun schadeclaim gecentreerd aan te brengen bij de rechter in Dortmund, waar een van de kartel-deelnemers gevestigd was. Na een succesvolle schikking met deze Duitse karteldeelnemer, werd het proces tegen deze partij ingetrokken. De andere gedaagden wezen op contractuele afspraken die bepaalden dat niet de Duitse rechter, maar andere rechters bevoegd waren. Vanwege deze twijfels diende de Duitse rechter een prejudiciële verwijzing in bij het Hof van Justitie van de EU om meer duidelijkheid te krijgen. Het hof oordeelde als volgt:

– Schikking heeft geen impact op bevoegdheid Het Hof benadrukte eerst de bovengenoemde uitzondering en de reden daarvoor. Karteldeelnemers moeten rekening houden met de mogelijkheid dat zij kunnen worden gedagvaard in de EU-lidstaat waar één van hen is gevestigd. Het feit dat de enige karteldeelnemer die in de lidstaat van dagvaarding is gevestigd, vervolgens wegvalt door een schikking, heeft in principe geen invloed op de rechterlijke bevoegdheid, tenzij er sprake is van misbruik. Misbruik kan aan de orde zijn als CDC en de schikkende partij bewust hun schikking zouden hebben uitgesteld, enkel met het doel de Duitse rechter bevoegd te laten verklaren.

– Andere mogelijke fora Als alternatief mag een kartelslachtoffer een zaak aanhangig maken op de plaats waar het kartel werd overeengekomen, of waar een (uitvoerende) afspraak werd gemaakt die het bestaan van een kartel impliceert, of waar de schade door het kartel werd geleden. Normaal gesproken is dit de vestigingsplaats van het individuele kartelslachtoffer, aldus het Hof. In het geval van een claiminstelling als CDC kan dit betekenen dat zij namens elke vertegenwoordigde elders een zaak moet aanhangig maken.

– Is contractuele afwijking mogelijk? Ten slotte is het waar dat een rechter in principe rekening moet houden met contractuele afspraken over welke rechter bevoegd is in geval van geschillen. Het Hof maakte echter duidelijk dat voor kartels een dergelijke contractuele afspraak alleen mogelijk is als het kartelslachtoffer daarmee uitdrukkelijk heeft ingestemd.

Wilt u op de hoogte blijven?

Download hier onze eBooks en nieuwsbrieven.

Wilt u meer weten over dit arrest en wat het betekent voor uw onderneming?

Neem vrijblijvend contact op met Adriaan Buyserd via e-mail of LinkedIn.