Beëindigen van Nederlandse agentschapsovereenkomsten (2): Rechten en aanspraken van de principele partij

expertise:

Competition & Regulatory

newsletter:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

This field is for validation purposes and should be left unchanged.

22 August 2016

Handelsagentuur is vatbaar voor conflicten over beëindigingskosten. In Nederland reguleert de wet strikt de rechten en aanspraken van de agent bij beëindiging. Maar welke rechten heeft de opdrachtgever volgens het Nederlandse recht?

Er bestaat een indruk dat veel partijen die onder een handelsagentuurovereenkomst opereren niet voldoende geïnformeerd zijn over de financiële mogelijkheden bij beëindiging. Dit leidt op zijn beurt tot gemiste kansen. Elders hebben we een overzicht gepresenteerd over compensatie voor de handelsagent, afhankelijk van de omstandigheden, bij beëindiging van een agentuurovereenkomst. In de praktijk komen we echter ook gevallen tegen waarin de opdrachtgever vergeet aanspraak te maken op zijn wettelijke rechten en aanspraken. Deze post legt uit wat een opdrachtgever mogelijk kan claimen bij beëindiging volgens het Nederlandse recht.

Vertrekpunt

De Nederlandse wetgeving over beëindiging van een handelsagentuurovereenkomst vindt haar oorsprong in het EU-recht en is geschreven ter bescherming van de handelsagent. Over het algemeen is het de handelsagent die beschermd moet worden tegen onterechte beëindiging. Dit idee is doorgedrongen in de EU-richtlijn inzake handelsagentuur, zoals geïmplementeerd in het Nederlandse recht. Echter, toepassing van de wet leidt niet altijd tot aansprakelijkheid van de opdrachtgever. Soms is het omgekeerde waar.

Onnodige claims vermijden

Als algemene regel moet de opdrachtgever (of het nu een producent, leverancier of distributeur is) proberen beëindigingskosten of goodwillvergoedingen te vermijden. Hieronder vindt u enkele tips om aansprakelijkheid en andere vorderingen zoveel mogelijk te vermijden:

  • De handelsagent heeft in principe recht op provisie voor orders. Zelfs als de order uiteindelijk niet leidt tot een overeenkomst, of als de klant niet betaalt. De opdrachtgever kan aan deze betalingsverplichting ontsnappen. Om dit te doen moet de opdrachtgever onder Nederlands recht binnen een redelijke termijn de agent informeren dat de order niet is geaccepteerd, of dat deze met voorbehoud is geaccepteerd (bijvoorbeeld de order wordt alleen geaccepteerd als volledig is betaald). Deze mogelijkheid tot weigering van compensatie moet vooraf en schriftelijk zijn overeengekomen (Artikel 7:432 (1) BW).
  • Beëindig het agentschap altijd op een reguliere manier. Laat de termijn verlopen en bevestig schriftelijk dat het niet zal worden verlengd. Of beëindig het agentschap zoals overeengekomen. Normaal gesproken dient de opzegging te gebeuren tegen de laatste dag van de maand, rekening houdend met de contractuele opzegtermijn. Als partijen geen contractuele opzegtermijn zijn overeengekomen, geldt de wettelijke opzegtermijn (artikel 7:437 BW). Als men nalaat de relevante opzegtermijn in acht te nemen (bijvoorbeeld beëindiging met onmiddellijke ingang), kan aansprakelijkheid voor vaste of volledige schadevergoeding ontstaan (artikelen 7: 439 en 7:441 BW). We zullen hier in een latere post uitgebreider op ingaan.
  • Onderzoek hoeveel goodwill er daadwerkelijk overblijft. In principe heeft de handelsagent recht op goodwill voor nieuwe klanten of contracten met bestaande klanten die hij heeft uitgebreid. Goodwillvergoeding kan oplopen tot (maximaal) 1 jaar commissie of provisie. Echter, de opdrachtgever kan goodwillbetalingen mogelijk vermijden in gevallen waar: (a) het niet duidelijk is of er nog voordelen te behalen zijn met de nieuwe of uitgebreide klanten, (b) als de handelsagent zijn plichten heeft geschonden, (c) als de agent zelf heeft opgezegd, of (d) als de rechten worden overgedragen aan een derde partij (artikel 7:442 BW).
  • Kom overeen op non-exclusiviteit. De handelsagent heeft in principe recht op commissie of provisie voor elke tijdens het agentschap gesloten overeenkomst als deze voortkomt uit zijn exclusieve territorium of klantenkring. Echter, een opdrachtgever kan deze betalingen mogelijk vermijden als is overeengekomen dat de agent geen geografische of klant exclusiviteit heeft (artikel 7:431 (1)C BW).
  • Zorg ervoor dat een agent actief blijft. Ook in geval van een geschil. Als een agent beschikbaar blijft voor werk maar de opdrachtgever weigert van deze beschikbaarheid gebruik te maken, of veel minder dan normaal, kan de agent mogelijk ‘normale’ commissie of provisie claimen. Dit dient te worden vermeden door de agent actief te houden, zelfs in geval van een beëindigingsgeschil (artikel 7:435 BW).
  • Herverdeel commissie op volgende agenten. De handelsagent heeft in principe recht op provisie voor een overeenkomst die is gesloten na zijn agentuurovereenkomst, als die agent kort gezegd significant heeft bijgedragen aan het plaatsen van de order. Als de volgende agent ook heeft bijgedragen, kan het eerlijker zijn om de commissie tussen beide agenten te verdelen. Dit levert geen netto winst op voor de opdrachtgever. Echter, uitbetaalde commissie kan worden gericht op de huidige agent, wat een stimulans oplevert voor toekomstige verkopen (artikel 7:431 (3) BW).
  • Controleer of vorderingen niet zijn verjaard en niet zijn vervallen. De meeste wettelijke bescherming van de agent onder Nederlands recht vervalt of verjaart na 1 jaar. Na die periode kan de handelsagent de meeste vorderingen niet meer afdwingen, tenzij hij de verjaringstermijn heeft onderbroken door relevante juridische acties (artikelen 7:444 en 7:442 (3) BW).

Ook de opdrachtgever kan soms schadevergoeding eisen

Naast het voorkomen dat vorderingen worden ingesteld, kan de opdrachtgever soms het tij laten keren en zelf schadevergoeding eisen van zijn (voormalige) agent. Meestal is dit alleen mogelijk in twee gevallen waar sprake is van grove overtredingen van de zijde van de agent:

  • Een agent die een handelsagentuurovereenkomst (1) voortijdig beëindigt, of (2) zonder inachtneming van de relevante opzegtermijn, en (3) zonder toestemming van de opdrachtgever, kan aansprakelijk worden gesteld voor schade. Echter, als de agent een dwingende reden voor beëindiging heeft, en deze reden onmiddellijk aan de opdrachtgever heeft meegedeeld, kan hij mogelijk aansprakelijkheid voorkomen (artikel 7:439 (1) BW).
  • Een agent die, op basis van zijn gedrag, de opdrachtgever dwingt om een handelsagentuurovereenkomst om ‘dwingende redenen’ te beëindigen, kan ook aansprakelijk worden gesteld voor schade. In dit verband moeten ‘dwingende redenen’ worden begrepen als omstandigheden van die aard dat redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat de opzeggende partij het contract nog langer voortzet, zelfs al is het nog zo kort (artikel 7:439 (2) BW).

Als een van deze situaties zich voordoet, biedt de wet twee mogelijkheden voor de opdrachtgever om schadevergoeding te eisen van zijn (voormalige) agent: Volledige compensatie (artikel 7:441 (3) CC) of forfaitaire schadevergoeding (artikel 7:441 (1) BW). De laatste is gunstig vastgesteld. Het gaat om de compensatie die betaald had moeten worden, indien een hypothetische opzegtermijn in acht was genomen, tijdens het resterende deel van het contract. Met betrekking tot een handelsagentuurovereenkomst van 6 jaar, omvat de vaste schadevergoeding bijvoorbeeld waarschijnlijk 6 maanden commissie en andere vergoedingen.

Bekijk onze andere bijdragen over het beëindigen van agentuur onder Nederlands recht

  • Rechten & aanspraken van de handelsagent
  • Rechten & aanspraken van de opdrachtgevende onderneming
  • Hoe beëindig je het beste commerciële agentschapsovereenkomsten?
  • Schadevergoeding naast goodwill
  • Goodwill claimen voor bestaande klanten

Vragen?

Neem gerust contact op met Adriaan Buyserd, een van onze gespecialiseerde agentuurrecht advocaten in Nederland (LinkedIn).