ACM: ‘Gemeenten passen Wet markt en overheid niet toe’

12 February 2014

De  ACM nam een steekproef bij 35 gemeenten om te onderzoeken, bij wijze van voorbeeld, of het beheer en exploitatie van hun sportvoorzieningen voldeed aan de Wet markt en overheid, waaraan alle Nederlandse overheden zich per 1 juli 2014 moeten houden. Dat bleek niet het geval. Zo stelde slechts één gemeente de kosten integraal door te berekenen. Het is duidelijk: er is nog veel werk aan de winkel.

Achtergrond

Het kan voorkomen dat overheden oneerlijk concurreren als zij actief zijn op de markt, bijvoorbeeld doordat zij goederen en diensten onder de kostprijs aanbieden. De Wet markt en overheid gaat deze oneerlijke concurrentie tegen en probeert zo gelijk mogelijke concurrentieverhoudingen tussen overheden en bedrijven te creëren.

Op 1 juli 2012 trad deze wet in werking. Ze bevat 4 gedragsregels waaraan overheden zich moeten houden, als zij ervoor kiezen om zelf of via overheidsbedrijven ‘economische activiteiten’ te verrichten. Dat wil zeggen: goederen en diensten aanbieden op een markt. Vanaf 1 juli 2014 zijn de volgende 4 gedragsregels verplicht:

  • Integrale kostendoorberekening. Overheden moeten ten minste de integrale kosten van hun goederen of diensten in hun tarieven doorberekenen.
  • Bevoordelingsverbod. Overheden mogen hun eigen overheidsbedrijven niet bevoordelen boven concurrerende bedrijven.
  • Gegevensgebruik. Overheden mogen de gegevens waarover ze beschikken alleen hergebruiken voor andere, economische activiteiten als andere organisaties of bedrijven ook (onder dezelfde voorwaarden) over deze gegevens kunnen beschikken.
  • Functiescheiding. Op het moment dat een overheid bij bepaalde economische activiteiten een bestuurlijke rol heeft en ook zelf die economische activiteiten uitvoert, dan mogen niet dezelfde personen betrokken zijn bij de bestuurlijke en economische activiteiten van die organisatie.

Onderzoek ACM naar gemeentelijke sportvoorzieningen

De ACM organiseerde een steekproef naar de sportvoorzieningen van 35 gemeenten, om te onderzoeken of zij rekening houden met de Wet markt en overheid. Dat blijkt in overwegende mate (nog) niet het geval.

De ACM constateert dat minimaal 75% van de gemeenten, die zelf sportaccommodaties exploiteren,  aangeeft de integrale kosten niet door te berekenen in de tarieven. Deze gemeenten kiezen ervoor om een gedeelte van de kosten voor eigen rekening te nemen. Bij de gemeenten die een overheidsbedrijf de sportvoorziening lieten exploiteren, was in vrijwel alle gevallen sprake van een financiële relatie tussen de gemeente en het overheidsbedrijf. Bijvoorbeeld een subsidie of exploitatiebijdrage of het beschikbaar stellen van sportaccommodaties. Daarover had de ACM het volgende oordeel:

Het onderzoek wijst uit dat de handelswijze van de gemeenten bij de exploitatie van sportaccommodaties in de meeste gevallen mogelijk nog niet in overeenstemming is met de gedragsregels uit de Wet MenO, omdat enerzijds geen kostendekkende tarieven worden gehanteerd en anderzijds financiële voordelen worden toegekend aan overheidsbedrijven. Door diverse gemeenten is kenbaar gemaakt dat zij de integrale kosten niet doorberekenen in hun tarieven vanwege maatschappelijke doelen die met de exploitatie van sportaccommodaties worden nagestreefd. Om diezelfde reden worden subsidies en/of exploitatiebijdragen verstrekt aan overheidsbedrijven. Het algemeen belang van de exploitatie van sportaccommodaties is echter maar in een beperkt aantal gevallen bij besluit van de gemeenteraad vastgesteld. Zolang er echter geen algemeen belang besluit is genomen zijn de gedragsregels onverkort van toepassing.

Het bestuur van de ACM werkt dit oordeel verder uit:

Uit deze steekproef blijkt dat het overgrote deel van de gemeenten nog geen zorgvuldige afweging heeft gemaakt die voldoet aan de gedragsregels van de Wet Markt en Overheid. […] De meeste gemeenten uit de steekproef zijn nog niet Markt-en-Overheid-proof. Dat betekent ook dat – als er niets verandert –deze gemeenten in overtreding zijn. […] Maar na 1 juli moet het op orde zijn. De wet is dan twee jaar oud. Na 1 juli zullen we ook handhaven. We richten ons op economische activiteiten die de meeste schade toebrengen. Bijvoorbeeld waar verdringing van particulier initiatief duidelijk is. Als overheden hun gedrag in strijd met de wet niet aanpassen kan dat leiden tot een last onder dwangsom. Zover willen we het liever niet laten komen, maar het is wel onze taak.

Commentaar

Naar aanleiding van de steekproef riep de ACM gemeenten op om voor het verstrijken van de overgangstermijn, 1 juli 2014, na te gaan of hun handelswijze bij exploitatie in overeenstemming is met de  Wet markt en overheid. Die aanbeveling werd gemaakt in de context van de besproken steekproef. Anita Vegter, bestuurslid van de ACM, trok deze aanbeveling recentelijk echter nog breder. Op 11 februari 2014, op een congres van de ACM, VNG en Europa Decentraal, liet zij optekenen dat deze aanbeveling relevant was voor alle economische activiteiten van overheden, en dat een gelijk speelveld tussen overheden en bedrijven uiteindelijk zowel de overheden als de ACM werk zou schelen. Er zou dan minder gecontroleerd en gehandhaafd moeten worden.

Deze brede aanbeveling voor gemeenten, provincies en andere overheden is in onze ogen terecht, omdat de gevolgen van niet-naleving reëel zijn. Indien lokale overheden, zoals gemeenten en provincies, hun huiswerk niet op tijd klaar hebben, lopen zij onder meer kans op lasten onder dwangsom. Zij kunnen dan voor vervelende (en onverwachte) financiële sancties komen te staan.

Wij brengen ten slotte graag onder de aandacht dat er vaak ruimte is tegemoet te komen aan politieke wensen. Indien het vanuit maatschappelijk oogpunt niet mogelijk is om de gedragsregels na te leven – bijvoorbeeld omdat er sprake is van marktfalen – dan kunnen overheden onder omstandigheden formeel besluiten dat hun economische activiteiten plaatsvinden in het algemeen belang. Daarbij is een zorgvuldige afweging van de belangen van consumenten enerzijds, en die van ondernemers anderzijds, volgens de ACM alvast noodzakelijk. Overigens is de ACM ervan overtuigd dat een bestaand besluit over een dienst van algemeen economisch belang, of DAEB, op zichzelf in beginsel niet volstaat om buiten de reikwijdte van de Wet markt en overheid te vallen.

Een goede voorbereiding is ook hier het halve werk.

Meer weten of even sparren?

Mail vrijblijvend met Martijn Jongmans of Adriaan Buyserd

Op de hoogte blijven? 

Download hier onze eBooks en nieuwsbrieven.