All-in uurloon voor “korte parttimers” bij Albert Heijn toelaatbaar

De Voorzieningenrechter Haarlem oordeelde op 13 maart 2009 in het kort geding van Dienstenbond CNV en FNV Bondgenoten tegen Albert Heijn / Etos / Gall & Gall over de toelaatbaarheid van een zogenaamd “all-in uurloon”. 

De feiten
Albert Heijn c.s. hanteert voor alle werknemers met een contract van 48 uur of minder per periode van vier weken, zogeheten: “korte parttimers”, een all-in uurloon. Dit houdt in dat naast het basisuurloon tevens de waarde van de vakantietoeslag, de waarde van de opgebouwde vakantie-uren, de waarde van de opgebouwde ADV-uren en het vaste deel van de winstuitkering wordt uitbetaald. De loonwaarde van de opgebouwde (nog te genieten) vakantiedagen wordt daarmee vooruitbetaald. Albert Heijn c.s. heeft een all-in uurloon ingevoerd om een hoger uurloon aan te kunnen bieden dan haar concurrenten.

Volgens Vakbonden FNV en CNV zou de invoering van een all-in uurloon in strijd zijn met de diverse toepasselijke CAO’s en in strijd met de wet. Met name de vooruitbetaling van het salaris over (nog te genieten) vakantiedagen roept bezwaar op bij de Vakbonden. FNV en CNV menen dat daarmee de korte parttimers geen recht meer zouden hebben om naar eigen keuze vrije dagen op te nemen.

Beoordeling
De Voorzieningenrechter stelt Albert Heijn in het gelijk. Hij oordeelt dat een all-in uurloon toelaatbaar is. De Voorzieningenrechter overweegt: “Het enkel vooruitbetalen is, temeer nu het hier gaat om kleine dienstverbanden van gemiddeld slechts enkele uren per week, niet als in strijd met de wet te kwalificeren, nu de vakantierechten niet worden vervangen door een bedrag in geld en er geen belemmeringen worden opgeworpen voor het daadwerkelijk genieten van vakantie.” Kortom vooruitbetaling van het loon over (nog te genieten) vakantiedagen is derhalve volgens de Voorzieningenrechter Haarlem toelaatbaar voor korte parttimers. Immers, vakantierechten worden niet vervangen door een bedrag in geld, er is geen belemmering om daadwerkelijk vakantiedagen op nemen, doch slechts het loon over vakantiedagen is reeds inbegrepen in het uurloon.

Conclusie
De Voorzieningenrechter Haarlem heeft het all-in uurloon voor korte parttimers toelaatbaar geacht. Uit het concurrentieoogpunt en in het geval sprake zou zijn van een krappe arbeidsmarkt, zou het all-in uurlonen voor degenen met een “bijbaantje” wellicht uitkomst bieden. Er dient wel een slag om de arm te worden gehouden, nu alleen de Kort Gedingrechter over deze kwestie heeft geoordeeld. De Vakbonden overwegen in hoger beroep te gaan, danwel een bodemprocedure aan te spannen. Het tij kan derhalve nog keren.