CBb bespreekt opnieuw de vertrouwelijkheid van clementieverklaringen – Nieuwe Inzichten en Ontdekkingen

Content:

1. Inleiding

Als een debiteur, die het recht tot compensatie heeft, zijn mededebiteur inlicht over het voornemen zijn schuld te verrekenen met zijn vordering, worden zowel de vordering als de schuld gezamenlijk teniet gedaan. Volgens de wet (artikel 6:127 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek) is het voor compensatie van belang dat de betrokken partijen zowel elkaars schuldeisers als debiteuren zijn. Deze vereiste staat wettelijk bekend als “wederkerigheidsvereiste van vorderingsrecht en schuldverplichting”.

2. Oordeel van de Hoge Raad

2.1. De feiten
De Hoge Raad (HR 23-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:428) heeft recent een uitspraak gedaan over de wederkerigheidsvereiste.

AA Accountants beweerde voor de Hoge Raad dat de beslissing van het gerechtshof, om haar argument om de vordering op P&H voor onbetaalde facturen te compenseren met haar schuld aan Previa te verwerpen wegens gebrek aan wederkerigheid, verkeerd was. AA Accountants argumenteerde dat er meerdere contracten bestonden met P&H en haar dochterondernemingen om de claim op P&H en dochterondernemingen (voor accountantsdiensten) te compenseren met de vorderingen die Previa van AA Accountants zou ontvangen voor uitgevoerde bedrijfsactiviteiten.

2.2. Uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad was het eens met AA Accountants. Volgens de Hoge Raad is het ‘wederzijds debiteurschap’-principe van Artikel 6:127 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek niet verplicht. Dit houdt in dat van dit principe afgeweken kan worden, zelfs in gevallen van faillissement.

3. Praktijkgerichte raad

In theorie kan het recht tot compensatie tussen zakelijke partners door middel van contractuele overeenkomsten worden uitgebreid, beperkt of volledig worden uitgesloten, zolang elke partij kan afwijken van het vereiste van “wederkerigheid van crediteurschap en debiteurschap”. Dit kan handig zijn voor ondernemingen die deel uitmaken van een groep waarbinnen er meerdere schulden of vorderingen bestaan.

Heeft u vragen over dit artikel of andere gerelateerde cassatieonderwerpen, twijfel dan niet om contact op te nemen met Marc Janssen of andere leden van het Cassatie-team van Banning advocaten.