Eenzijdige loonswijziging niet toegestaan

expertise:

Employment law

newsletter:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

This field is for validation purposes and should be left unchanged.

15 November 2010

Op 26 oktober jl. heeft het hof ’s-Gravenhage uitspraak gedaan over een eenzijdige wijziging van het uurloon. De vraag die in deze zaak ten grondslag ligt is of werknemer terecht aanspraak maakt op uitbetaling van zijn tot 1 juni 2009 toepasselijke uurtarief. Werkgever is in de veronderstelling dat werknemer heeft ingestemd met de eenzijdige loonswijziging.

De feiten

Werknemer is vanaf 1 april 2003 bij werkgever in dienst in de functie van Lead Process Engineer. Werkgever is een onderneming welke payrollactiviteiten verricht en werknemers detacheert in met name de olie- en gasindustrie. Werknemer ontving een all-in bruto uurloon van € 82,19. Vanaf 1 juni 2009 is werkgever € 70,- aan werknemer gaan betalen. Opdrachtgevers zouden de tarieven van werknemers willen verlagen als gevolg van teruggang in de economie, waardoor de loonswijzigingen zouden moeten plaatsvinden.

Vier collega’s van werknemer hebben reeds met de loonsverlaging ingestemd. Werknemer heeft echter al eens een dergelijke loonsverlaging geaccepteerd. Werknemer is per e-mail van 22 mei 2009 in kennis gesteld van de loonsverlaging. In een opvolgende memo van 27 mei 2009 is vermeld dat werknemer € 12,19 bruto per uur zal inleveren. Hem wordt verzocht het document te ondertekenen en te retourneren, wat werknemer heeft nagelaten. Per e-mail van 30 juni wordt werknemer gevraagd of hij de memo heeft ontvangen.

Ondanks het feit dat werknemer niet met de loonsverlaging heeft ingestemd, is het loon eenzijdig gewijzigd. Werknemer heeft een procedure ingesteld en heeft doorbetaling van het uurloon van € 82,19 vanaf 1 juni 2009, met wettelijke verhoging, wettelijke rente, alsmede proceskosten gevorderd. De kantonrechter heeft deze vordering toegewezen, waarbij de wettelijke verhoging is vastgesteld op 10 %.

Oordeel hof ‘s-Gravenhage

Werkgever is van oordeel dat tussen haar en werknemer een gesprek heeft plaatsgevonden, waarin de reden en noodzaak van de loonsverlaging nader is toegelicht. Volgens werkgever zou werknemer in dit gesprek hebben laten blijken de loonsverlaging te begrijpen en met de verlaging hebben ingestemd. Werkgever is er naar aanleiding van dit gesprek vanuit gegaan dat werknemer akkoord was met de loonsverlaging.

Werknemer heeft daarentegen ontkend dat een dergelijk gesprek heeft plaatsgevonden en betwist dat hij met de loonsverlaging heeft ingestemd.

Naar het oordeel van het hof is hetgeen werkgever heeft aangevoerd en overlegd onvoldoende om te oordelen dat van werknemer kan worden gevergd dat hij met de tariefverlaging genoegen neemt en kan er niet worden geoordeeld dat werknemer met de loonsverlaging heeft ingestemd. Hierbij is van betekenis dat werkgever geen cijfers heeft overlegd die specifiek op haarzelf zijn gericht, maar slechts de cijfers van de groep van ondernemingen waartoe werkgever behoort. Tevens is geen concreet inzicht gegeven in de mate waarin opdrachtgever, waarbij werknemer tewerk was gesteld, het tarief voor werknemer heeft willen verlagen en in welke relatie dit staat tot de directe loonkosten van werknemer.  

Werkgever lijkt zicht overigens niet te realiseren dat een redelijk voorstel van de loonsverlaging op grond van de wet aanzienlijk hoger ligt. Het hof ziet geen reden om de volledige loonsverlaging ten laste van werknemer te brengen.

Het vonnis van de kantonrechter wordt bekrachtigd en werkgever wordt veroordeeld in de proceskosten.

www.rechtspraak.nl, LJN: BO2078

Anneloes de Graaf-Ardts, LL.B