Geen Extra Wetgeving voor Franchisenemers: Wat Dit Betekent voor Uw Onderneming

18 May 2014

Op 19 mei 2014 publiceerde de ACM een nieuwsbericht waarin twee uitspraken van het CBb worden besproken, daterend van 28 februari 2013. Deze uitspraken gingen over de bouwonderwerpen Landustrie sneek B.V. en Aan de Stegge Verenigde Bedrijven B.V. en het CBb oordeelde over de consequenties van het overschrijden van de redelijke termijn zoals beschreven in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden.

In de bestuurlijke fase heeft de ACM toegegeven dat de redelijke termijn met 6 maanden is overschreden. Volgens gestaafde jurisprudentie, dient bij iedere halfjaarlijkse overschrijding van de redelijke termijn een schadevergoeding van EUR 500 te worden uitgekeerd.

In de rechterlijke fase moet de Staat EUR 1500 als schadevergoeding betalen vanwege overschrijding van de rechterlijke fase bij beroep en hoger beroep met 1 jaar en 4 maanden. De Staat heeft toegegeven dat de vertraging aan de rechter is te wijten en biedt daarom een vergoeding van EUR 500 per halfjaar van overschrijding aan.

Omdat de boetes in deze zaken zijn ingetrokken, ziet het CBb deze overschrijding van de redelijke termijn als een verzoek om schadevergoeding. Het totaalbedrag van de schadevergoeding bedraagt dus EUR 2000. De uitspraken van het CBb zijn definitief en bindend.

Meer weten?

Neem gerust contact op met Silvia Vinken via Mail (LinkedIn-profiel hier en website hier).

Op de hoogte blijven? 

Download hier onze eBooks en nieuwsbrieven. Bezoek ook onze website op .