Kartelboetes opgelegd aan franchisenemers en aandeelhouders: Wat u moet weten

02 January 2013

Franchises worden ontwikkeld om concurrerender te zijn. Echter, franchises zijn niet vrijgesteld van mededingingsrecht, zoals duidelijk werd in het ‘Wasserijen’-besluit van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). In deze uitspraak werd bepaald dat er forse kartelboetes opgelegd dienden te worden aan vier franchisenemers, in totaal voor een bedrag van € 18,362 miljoen.

Maar wat deden deze vier franchisenemers precies verkeerd? Samen hebben zij de ‘Rentex-formule’ gecreëerd, die vervolgens werd ondergebracht in een franchisegever, Rentex Nederland B.V. Dit bedrijf heeft vervolgens franchisecontracten afgesloten met dezelfde vier franchisenemers. Deze vier bedrijven waren tegelijkertijd aandeelhouder/eigenaar van de formule en franchisenemer. Het doel van deze constructie was om Rentex als franchise uit te breiden in heel Nederland.

Na onderzoek bleek de NMa bezwaar te hebben.

Horizontale evaluatie

De NMa evalueerde de gemaakte afspraken ‘horizontaal’ (oftewel: de afspraken tussen de franchisenemers/aandeelhouders als concurrenten) in plaats van ‘verticaal’ (oftewel: de afspraken tussen franchisegever en franchisenemers als niet-concurrerende partijen). Verticale zakelijke relaties worden normaliter iets coulanter beoordeeld in het mededingingsrecht dan horizontale. Deze keuze heeft ervoor gezorgd dat de franchisenemers/aandeelhouders van Rentex in de problemen kwamen.

Het resultaat van de beoordeling door de NMa was dat er aan vier franchisenemers een kartelboete werd opgelegd. Volgens de NMA hadden deze partijen geen gebiedsafspraken mogen maken, wat ze wel hadden gedaan:

  • Ze hadden als oprichters en aandeelhouders een verbod op actieve acquisitie ingesteld. Dit betekende dat ze geen offertes mochten uitbrengen en geen klanten mochten werven buiten hun eigen gebied.
  • Ze waren ook overeengekomen om geen passieve acquisitie toe te staan. Dit betekende dat klanten buiten hun eigen gebied doorverwezen moesten worden naar de franchise in dat gebied (en zo niet, dan zou omzet moeten worden afgedragen).

Het is belangrijk om op te merken dat marktverdeling (of andere vormen van gebiedsbescherming) tussen ‘horizontale’ marktdeelnemers, ofwel concurrenten, onder het huidige recht verboden is. Dit geldt ook voor franchiseafspraken.

De benadering van de NMa kan echter worden betwist. Vooral de ‘definitie’ die de NMa hanteert voor een franchiseovereenkomst lijkt te simplistisch. Volgens de NMa moeten de franchisegever en de franchisenemer onafhankelijke partijen zijn, iets wat onjuist lijkt. Er bestaan veel formules, soms voormalige inkoopcombinaties, die zich door de jaren heen hebben ontwikkeld tot franchiseorganisaties op basis van een coöperatie model.

Aanrader

Wat kunt u als franchisegever of franchisenemer leren van deze situatie? Het mededingingsrecht, met name het kartelverbod, blijkt geen loos dreigement. In het bijzonder als u zowel franchisenemer als aandeelhouder bent, is voorzichtigheid geboden. Daarom is het verstandig om belangrijke contracten, zoals uw franchiseovereenkomst, van tevoren door een specialist te laten controleren.

Voor vragen en verdere informatie, kunt u mailen naar Adriaan Buyserd op a.buyserd@www.banning.nl

Wilt u op de hoogte blijven?

U kunt hier onze eBooks en nieuwsbrieven downloaden

 

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd op de website van De Nationale Franchise Gids