Deelnemers aan kartels kunnen een schadevergoeding van de EU eisen: Alles wat je moet weten!

25 November 2013

Op 26 november 2013 bevestigde het Europese Hof van Justitie het vonnis van het Gerecht over de karteldeelname van Gascogne Sack Deutschland, Groupe Gascogne, en Kendrion op de markt van industriële plastic zakken. Een interessant aspect aan deze zaak is echter het besluit inzake de duur van de gerechtelijke procedure. Een periode van 5 jaar en 9 maanden werd in dit geval als te lang beschouwd en kan leiden tot schadevergoeding, die door de karteldeelnemers tegen de EU kan worden ingesteld.

In 2005 legde de Commissie een boete van meer dan € 290 miljoen op aan de karteldeelnemers. De kartelovertreding omvatte voornamelijk het vaststellen van prijzen, het opstellen van gemeenschappelijke prijscalculatieschema’s, het verdelen van markten, het toewijzen van verkoopquota, het toewijzen van klanten, zakelijk en orderverdeling, en informatie-uitwisseling. Het kartel was actief in België, Nederland, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk en Spanje.

Gascogne en Kendrion tekenden beroep aan tegen de boete in november 2011, wat ondanks hun inspanningen werd afgewezen door de Europese rechter. Ze gingen in beroep bij het Europese Hof van Justitie (“Hof”).

Het Hof oordeelde dat de duur van de procedure alleen kan leiden tot de terzijdelegging van een bestreden vonnis in eerste aanleg, als de tijdsduur invloed heeft gehad op de uiteindelijke beslissing. Gascogne en Kendrion hebben in dit geval niet aangetoond, en indien nodig bewezen, dat de uitkomst anders zou zijn geweest als het vonnis binnen een ‘redelijke termijn’ was uitgesproken.

Het Hof bevestigde ook dat een schadevergoeding tegen de EU een effectief en algemeen rechtsmiddel kan zijn, zowel voor materiële als immateriële schade. Dergelijke claims moeten bij het Gerecht worden ingediend.

Het Gerecht zal dan de schadeclaim evalueren en rekening moeten houden met de algemene principes van de EU-lidstaten bij de behandeling van vergelijkbare overtredingen.

Het Hof oordeelde echter dat de tijd doorgebracht bij het Gerecht in dit geval – 5 jaar en 9 maanden – niet objectief gerechtvaardigd kan worden door de complexiteit van de procedure, het gedrag van de betrokken partijen of de specifieke omstandigheden van een kartelprocedure. Volgens het Hof was het recht van Gascogne en Kendrion op een spoedige behandeling binnen een redelijke termijn geschonden volgens het Handvest van de Europese Unie. Dit was een ‘voldoende ernstige inbreuk’ die aanleiding kan zijn voor een schadevergoeding, mits aan alle overige voorwaarden is voldaan.

Wilt u meer weten? Stuur een Mail naar Adriaan Buyserd.

Wilt u op de hoogte blijven? Download hier onze eBooks en nieuwsbrieven.