Goede motivatie is vereist bij het kiezen voor gunning op basis van de laagste prijs

30 January 2014

BAM beweert in een rechtszaak tegen de gemeente Zevenaar dat, ondanks het feit dat in de aanbesteding voor de realisatie van een nieuw gemeentehuis gekozen is voor het gunningscriterium ‘Economisch meest voordelige inschrijving’ (EMVI), de subcriteria op zo’n manier zijn vastgesteld dat het in werkelijkheid een aanbesteding op basis van het gunningscriterium ‘laagste prijs’. De rechtbank Gelderland heeft geoordeeld dat de gemeente Zevenaar in strijd heeft gehandeld met artikel 2.114 van de Aanbestedingswet 2012 omdat de gemeente in haar aanbestedingsdocumenten niet voldoende heeft gemotiveerd waarom ze heeft afgeweken van het EMVI gunningscriterium.

In een uitspraak van de rechtbank Gelderland op 24 januari 2014 werden twee opmerkelijke uitspraken gedaan.

Allereerst benadrukte de rechtbank de motiveringsplicht van aanbestedende diensten in het geval dat zij niet voor EMVI kiezen. BAM was van mening dat de onderdelen ‘Planning’ en ‘Plan van Aanpak’ uit de Gunningsleidraad minimale invloed hadden op de eindbeoordeling. Dit zou in strijd zijn met artikel 2.114 van de Aanbestedingswet 2012. Volgens BAM is het gunningsbeleid op basis van de laagste prijs alleen toegestaan onder speciale omstandigheden, en moet de aanbestedende dienst deze keuze in de aanbestedingsdocumenten motiveren – wat niet was gebeurd.

De rechtbank heeft eerst beoordeeld of de gemeente, door de manier waarop zij de subcriteria heeft uitgewerkt, in feite voor het gunningscriterium ‘laagste prijs’ heeft gekozen. De rechtbank steunt het advies van de Commissie van Aanbestedingsexperts, die concludeerde dat de gemeente Zevenaar feitelijk voor het criterium ‘laagste prijs’ had gekozen. Toch benadrukte de rechtbank expliciet dat dit advies niet bindend is en niet alleen maar marginaal getoetst kan worden.

In tegenstelling tot BAM’s claim dat het gunningscriterium ‘laagste prijs’ alleen in uitzonderlijke gevallen kan worden gebruikt, kan dit niet over het algemeen worden gesteld. Uit artikel 2.114 lid 2 van de aanbestedingswet 2012 blijkt namelijk dat een aanbestedende dienst kan kiezen voor het criterium van de laagste prijs, mits deze keuze wordt gemotiveerd in de aanbestedingsdocumenten. Hierbij is een beroep op een beperkt budget aan de kant van de gemeente, onvoldoende om de afwijking van het wettelijk uitgangspunt te rechtvaardigen. De rechtbank heeft de gemeente echter niet gedwongen om tot een heraanbesteding over te gaan. Dat is aan de gemeente zelf.

Meer weten? Stuur een e-mail naar Martijn Jongmans of Andrea Pica zonder enige verplichting.

Blijf op de hoogte?

Download hier onze eBooks en nieuwsbrieven.