Nieuwe Aanbestedingswet (Deel 2): Het Belang van het Oplossen van Belangenconflicten

14 March 2016

Er komen veranderingen in het aanbestedingsrecht. De vernieuwde Europese richtlijnen voor overheids- en speciale sectoropdrachten en de nieuw geïntroduceerde concessierichtlijn (Richtlijn 2014/24/EU; Richtlijn 2014/25/EU; Richtlijn 2014/23/EU) hadden volgens de planning uiterlijk 18 april 2016 omgezet moeten worden in de Nederlandse wetgeving. De implementatiedeadline wordt echter niet gehaald en de regering mikt nu op 1 juli 2016. Het bijbehorende wetsvoorstel ligt nog ter inzage bij de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2015-2016, 34 329).

In deze blogserie neemt BANNING Legal & Tax je mee door de belangrijkste wijzigingen. In deze editie leggen we onze focus op de bestrijding van belangenconflicten bij aanbestedingen.

Ter uitvoering van artikel 24 van Richtlijn 2014/24/EU wordt een nieuw artikel (art. 1.10b) toegevoegd aan de Aanbestedingswet. Hierin worden aanbestedende diensten en speciale-sectorbedrijven aangespoord om ‘passende maatregelen’ te treffen om fraude, gunstenshow, corruptie en belangenconflicten te voorkomen.

Belangenconflicten kunnen bijvoorbeeld ontstaan wanneer personeelsleden van een aanbestedende dienst die bij de aanbestedingsprocedure betrokken zijn, financiële of andere persoonlijke belangen hebben bij de uitkomst. Door belangenconflicten te voorkomen, zorgen we voor eerlijke concurrentie en bevorderen we gelijke behandeling van ondernemers tijdens aanbestedingsprocedures.

Volgens de uitleg van de wet hoeven gemeenten en waterschappen geen extra maatregelen te nemen om aan het nieuwe artikel te voldoen, omdat hun gedrag al voldoende gereguleerd zou zijn door artikel 125 quater van de Ambtenarenwet. Op basis van dit artikel zijn deze bestuursorganen verplicht om:

  • een integriteitsbeleid te voeren dat gericht is op het bevorderen van goed ambtelijk handelen,
  • te zorgen dat dit integriteitsbeleid een vast onderdeel wordt van het personeelsbeleid,
  • een gedragscode op te stellen voor goed ambtelijk handelen,
  • jaarlijks verantwoording af te leggen over het gevoerde integriteitsbeleid en de naleving van de gedragscode.
  • Aanbestedende diensten die nog geen eigen integriteitsbeleid hebben vastgesteld, zullen met het oog op de naleving van artikel 1.10b van het wetsvoorstel maatregelen moeten treffen. Ervan uitgaande dat een aanbestedende dienst of een speciaal-sectorbedrijf een belangenconflict niet kan oplossen, kan als laatste redmiddel een bedrijf worden uitgesloten van deelname.

    Commentaar

    Bij een letterlijke interpretatie zou je kunnen denken dat het nieuwe artikel 1.10b slechts een formaliteit betreft en dat integriteitsbeleid voldoende is. Uit de zaak eVigilo blijkt echter dat aanbestedende diensten soms veel actiever moeten zijn.

    Als inschrijvers vermoeden dat ze nadeel hebben ondervonden van een belangenconflict, kunnen ze met een beroep op het nieuwe artikel 1.10b en eVigilo een grondig onderzoek eisen. Dit kan als een welkome ontwikkeling gezien worden in de aanbestedingspraktijk.

    Tegelijkertijd is het belangrijk dat inschrijvers rekening houden met het integriteits- en belangenverstrengelingsbeleid van de aanbestedende dienst om te voorkomen dat hun inschrijving wordt afgewezen.

    Meer weten over de nieuwe Aanbestedingswet 2012?

    Neem vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde advocaat Martijn Jongmans (MailContactLinkedIn).