Overtreden controlevoorschriften tijdens ziekte: geen ontslag op staande voet

expertise:

Employment law

newsletter:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

This field is for validation purposes and should be left unchanged.

07 June 2011

Het niet naleven van controlevoorschriften (door het niet bereikbaar zijn voor controle door de Arbodienst) en overtreding van de gedragsregels tijdens arbeidsongeschiktheid, levert geen rechtsgeldig ontslag op staande voet op, zo bevestigde onlangs het gerechtshof te Amsterdam.

Sinds 2001 is werkneemster in dienst bij ABN AMRO. In het kader van een reorganisatie binnen ABN AMRO is zij boventallig geworden en bevindt zij zich in een employability traject. Op 24 mei 2006 meldt zij zich bij ABN AMRO ziek. Tijdens haar ziekte verblijft zij bij haar zus in Hilversum en niet op haar eigen woonadres in Breda. In strijd met de verzuimbepalingen uit de ABN AMRO-CAO heeft zij haar verpleegadres niet aan ABN AMRO doorgegeven. Vervolgens heeft ABN AMRO haar meermalen per brief opgeroepen. Op 6 juni 2006, wanneer werkneemster even thuis kwam op haar woonadres, treft zij de brieven aan van ABN AMRO en heeft zij de Arbo-arts kort per brief bericht. Daarbij heeft zij haar mobiele telefoonnummer en e-mailadres achtergelaten. Zij heeft bij die gelegenheid niet vermeld dat zij daarna opnieuw niet op haar woonadres zou verblijven, maar bij haar zus in Hilversum. Vervolgens heeft ABN AMRO wederom brieven aan het woonadres van werkneemster gestuurd, waarin zij werd gesommeerd contact op te nemen op straffe van ontslag op staande voet. Bij brief van 12 juni 2006 heeft ABN AMRO werkneemster op staande voet ontslagen wegens het niet bereikbaar zijn voor controle door de Arbo-dienst en overtreding van de gedragsregels tijdens ziekte.

Het Hof oordeelt dat geen sprake is van een rechtsgeldig ontslag op staande voet. Vast staat dat werkneemster in strijd heeft gehandeld met de gedragsregels bij ziekte door niet haar verpleegadres door te geven toen zij zich op 24 mei 2006 ziek meldde. Het Hof overweegt dat dat werkneemster valt aan te rekenen, temeer nu zij enkele jaren daarvoor ook al eerder was berispt wegens schending van deze gedragsregels. Echter, werkneemster heeft wel na haar thuiskomst op 6 juni 2006 via een brief aan de Arbo-dienst haar mobiele telefoonnummer en e-mailadres doorgegeven. In zoverre is het verwijt van ABN AMRO dat zij zich vanaf dat moment niet bereikbaar hield, niet juist. De gronden worden volgens het Hof niet ernstig genoeg bevonden om een ontslag op staande voet te rechtvaardigen. Daarbij betrekt het Hof de ernst van de gevolgen van het onderhavige ontslag voor werkneemster: zowel de bemiddeling via het employability center als haar recht op een werkloosheidsuitkering werden door het ontslag afgesneden. Volgens het Hof had het op de weg van ABN AMRO gelegen om werkneemster door de Arbo-dienst te laten oproepen nadat het haar bekend was geworden waarom werkneemster op eerdere oproepen van de bedrijfsarts niet was verschenen en nadat haar bekend was geworden langs welke weg werkneemster wèl bereikbaar was. Het Hof rekent het ABN AMRO aan dat zij dit heeft nagelaten.

Al eerder heeft de Hoge Raad overwogen dat het enkele feit dat controlevoorschriften niet worden nageleefd, onvoldoende grond is voor een ontslag op staande voet. Er dient sprake te zijn van andere bijkomende feiten en omstandigheden, naast de niet-naleving van deze controlevoorschriften, die een ontslag op staande voet rechtvaardigen. In deze zaak oordeelt het Hof dat geen sprake is van bijkomende feiten en omstandigheden.

Bron: Gerechtshof Amsterdam 3 mei 2011, LJN BQ5705