Titel: “Update | Commerciële Rechtbank Nederland – Laatste Nieuws en Updates

15 March 2017

Inhoud:

Wat zich afspeelt in de rechtszaal komt niet altijd overeen met de activiteiten achter de schermen tussen de betrokken partijen en hun advocaten. Doorgaans is de correspondentie tussen advocaten bevoorrecht en geheim. Nederland kent echter een paar uitzonderingen. Een daarvan is het geval waarin de correspondentie tussen advocaten resulteert in een bindende overeenkomst tussen hun cliënten. Het is niet zo gemakkelijk als het lijkt om dit te bewijzen in de rechtbank; de correspondentie zelf mag niet ingediend worden en kan leiden tot een klacht bij de Nederlandse Orde van Advocaten. De Nederlanders, altijd goed in en gek op het vinden van ‘derde wegen’, hebben zo’n alternatieve oplossing bedacht: een partij kan advies inwinnen bij de deken van de betreffende orde van advocaten als ze een beroep willen doen op correspondentie in de rechtbank. Dit proces kan tijdrovend zijn omdat de deken kan adviseren dat bepaalde delen van de correspondentie strikt vertrouwelijk zijn tussen de advocaten, maar andere delen kunnen helpen om de veronderstelde overeenkomst te bewijzen.

Een uitspraak van 2 september 2015 van de Rechtbank Den Haag in een rechtszaak tussen Kamstra en Jack Daniel’s openbaarde dat beide partijen intensief werkten aan een schikking in een aanhoudende rechtszaak over inbreuk op de merkrechten van Jack Daniel’s door Kamstra, kort samengevat, over onwettige parallelle import en transito-handel. De zaak werd uitgesteld in afwachting van een beslissing van het Hof van Justitie van de EU in de Class International v Colgate-Palmolive zaak (C-405/03). Hier heeft het Hof beslist dat enkel het feit dat authentieke producten met een merk dat niet eerder door de houder op de EU-markt zijn gebracht, geen inbreuk op het merkrecht betekent. Na deze uitspraak heeft de Kamstra-advocaat schikkingsonderhandelingen geïnitieerd in 2007, maar deze leidde niet tot een ondertekende schikkingsovereenkomst. De inbreukprocedure werd hervat in 2013, wat resulteerde in juridische acties door Kamstra tegen Jack Daniel’s, met het doel de regelgevingen van de raamovereenkomst na te leven.

In deze complexe aangelegenheid oordeelt de rechtbank dat er geen schikkingsovereenkomst is gesloten tussen de partijen en dat Jack Daniel’s niet verplicht is om de onderhandelingen voort te zetten. De rechtbank houdt rekening met eerder Europeesrechtelijk gestelde regels in vergelijkbare zaken en wijst de eis van Jack Daniel’s om volledige kostenvergoeding af. Het blijkt dat niet elke procedure die nuttig kan zijn voor de verdediging in een zaak omtrent intellectuele eigendomsrechten, binnen het toepassingsgebied valt. De basis voor Kamstra’s vordering is geen intellectueel eigendomsrecht, maar een overeenkomst over volledige en definitieve kwijting en intrekking van een procedure, of alternatief, een onrechtmatige daad voor het staken van de onderhandelingen. Dit wijkt af van zaken waarin een inbreukbevel dat in een overeenkomst is opgenomen, wordt gehandhaafd. In zo’n geval is een volledige kostenveroordeling mogelijk. Daarnaast is het aangaan van een schikkingsovereenkomst geen handhavingsmaatregel waar de Handhavingsrichtlijn van toepassing op is, noch een noodzakelijke tegenactie tegen een dergelijke maatregel.