Werknemer formatteert gegevensdragers: Is ontslag op staande voet de juiste consequentie?

expertise:

Employment law

newsletter:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

This field is for validation purposes and should be left unchanged.

28 March 2018

Vaak krijgen werknemers aan het begin van hun dienstverband een laptop of mobiele telefoon van hun werkgever. Het uitgangspunt is dat deze eigendommen van het bedrijf worden gebruikt voor hun werk. Werkgevers en hun werknemers kunnen afspraken maken over wanneer deze apparatuur moet worden ingeleverd, bijvoorbeeld bij ziekte, schorsing of beëindiging. Het kan ook verstandig zijn om te specificeren in welke staat deze items moeten worden geretourneerd, met name als het gaat om laptops en andere datadragers. Dit wordt bevestigd door een recente uitspraak van het Hof Den Bosch.

Een ontwikkelaar/marketeer werd om onbekende redenen op non-actief gesteld en gevraagd om zijn leaseauto, laptop, telefoon en externe harde schijf in te leveren. Hij stemde ermee in, maar wilde eerst zijn privébestanden van zijn laptop en harde schijf halen, wat de werkgever toestond.

Na inleveren merkte de werkgever op dat de werknemer zijn laptop en harde schijf volledig had gewist, waardoor bedrijfsgevoelige informatie verloren is gegaan. Omdat de werkgever geen back-up had gemaakt van deze gegevens, werd de werknemer onmiddellijk ontslagen.

De werknemer ging hier niet mee akkoord en startte een rechtszaak, waarin hij een billijke vergoeding van € 38.000,- bruto eiste. De rechtbank wees grotendeels in zijn voordeel en vonniste dat de werkgever een billijke vergoeding van € 5.000,- bruto moest betalen, evenals een schadevergoeding voor het onregelmatig beëindigen van het arbeidscontract.

De werkgever ging in hoger beroep, maar het hof vond dat er geen dringende reden was voor onmiddellijk ontslag omdat de werknemer had bewezen dat zijn gebrek aan vertrouwen in de werkgever (waardoor hij de data dragers had gewist) legitiem was. Het hof was het ook met de werknemer eens dat hij de apparatuur niet had gewist om de werkgever te schaden maar om zijn privacy te beschermen. Als gevolg hiervan werd het onterechte ontslag op staande voet bekrachtigd, en werd de billijke vergoeding verhoogd tot € 10.000,- bruto.

Ten slotte willen we erop wijzen dat de werkgever in deze zaak geen duidelijke afspraken had gemaakt over hoe apparatuur moest worden geretourneerd. Hierdoor ging potentieel bedrijfsgevoelige informatie verloren. Daarom adviseren we altijd om te specificeren wanneer en in welke staat bedrijfsapparatuur moet worden ingeleverd, bijvoorbeeld in een personeelshandboek.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem gerust contact op met een van onze arbeidsrechtspecialisten.

(Bron: Hof Den Bosch 1 maart 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:851).