Banning ABC Algemene Beginselen Contractenrecht: Betalingsperikelen

expertise:

Corporate law - M&A

newsletter:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

This field is for validation purposes and should be left unchanged.

04 January 2022

In een aantal korte blogs bespreken wij enkele aandachtspunten bij het sluiten van een overeenkomst en de uitvoering daarvan. Hierbij de zesde blog. De eerdere blogs vindt u hier.

Na de levering van een product of dienst komt het moment dat de schuldenaar de overeengekomen (tegen)prestatie of prijs moet betalen. Meestal spreken partijen een uiterste dag van betaling of betalingstermijn af.

Bij een handelsovereenkomst (een overeenkomst om baat die een of meer van de partijen verplicht iets te geven of te doen en die tot stand is gekomen tussen een of meer natuurlijke personen die handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf of rechtspersonen) mag die betalingstermijn op grond van de wet in beginsel maximaal dertig of soms zestig dagen bedragen. Partijen kunnen in bepaalde gevallen een langere betalingstermijn afspreken. Na het verstrijken van de betalingstermijn is de schuldenaar van rechtswege de wettelijke handelsrente (thans 8%) of de overeengekomen (lagere of hogere) contractuele rente verschuldigd.

Vaak komt het voor dat de schuldenaar de betalingstermijn laat verstrijken zonder de verschuldigde (tegen)prestatie te betalen. Nadat de uiterste dag van betaling is verstreken, is deze prestatie opeisbaar. De gevolgen van opeisbaarheid kunnen ook al intreden voordat de betalingstermijn voorbij is. Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarin de schuldeiser uit een mededeling van de schuldenaar mag afleiden dat hij tekort zal schieten, wanneer de schuldeiser goede gronden heeft om te vrezen voor een tekortkoming in de nakoming of wanneer dit vaststaat.

Gedurende de tijd dat de prestatie uitblijft nadat zij opeisbaar is geworden, is de schuldenaar in verzuim. Soms treedt het verzuim pas in nadat de schuldeiser een ingebrekestelling heeft gezonden aan de schuldenaar. Een ingebrekestelling is een schriftelijke aanmaning waarbij de schuldenaar een redelijke termijn voor nakoming wordt gesteld en hij aansprakelijk is voor alle schade, wanneer nakoming binnen deze termijn uitblijft. Onder ‘schriftelijk’ wordt in dit geval ook verstaan per e-mail of deurwaardersexploot. In zijn ingebrekestelling moet de schuldeiser duidelijk aangeven van welke specifieke verbintenis hij alsnog nakoming verlangt. Of een termijn voor nakoming redelijk is, hangt af van alle omstandigheden van het geval (zoals de duur van de termijn, de aard van de prestatie en de benodigde, voorbereidende handelingen). In twee gevallen kan de schuldeiser volstaan met een schriftelijke mededeling met daarin een aansprakelijkheidstelling, namelijk wanneer de schuldenaar tijdelijk niet kan nakomen (bijvoorbeeld bij een in- of uitvoerverbod) of uit zijn houding blijkt dat een aanmaning nutteloos zou zijn (bijvoorbeeld door bepaalde handelingen of uitlatingen(jegens derden).

Laat de schuldenaar weten aan de schuldeiser dat hij niet zal nakomen (of kan de schuldeiser dat afleiden uit een mededeling van de schuldenaar), dan is de schuldenaar van rechtswege (dus zonder ingebrekestelling) vanaf dat moment in verzuim.

De schuldenaar is eveneens van rechtswege in verzuim als een voor de voldoening bepaalde termijn verstrijkt, zonder dat de verbintenis wordt nagekomen. Hoofdregel is dat alle in de overeenkomst vastgelegde termijnen voor de nakoming fatale termijnen zijn. Dat geldt dus ook voor overeengekomen betalingstermijnen. Uit de aard van de overeenkomst, de aard van de verbintenis in kwestie of de overige omstandigheden van het geval kan echter volgen dat de termijn geen fataal karakter heeft.

Waarom is het belangrijk dat de schuldenaar in verzuim is? Zoals hiervoor vermeld, is hij dan de wettelijke (handels)rente of de contractuele rente verschuldigd. Tevens kan vanaf dat moment de schuldeiser ontbinding vorderen van de overeenkomst. Ook heeft de schuldeiser vanaf dat moment recht op schadevergoeding, indien er sprake is van een toerekenbare tekortkoming (wanprestatie).

Bij het maken van afspraken is het zaak met het hiervoor beschreven juridisch kader rekening te houden en deze nauwkeurig vast te leggen.

Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog of heeft u andere ondernemingsrechtelijke vragen, neemt u dan gerust vrijblijvend contact op met Minos van Joolingen of één van de andere leden van de sectie Ondernemingsrecht.