Zorg voor contractuele regeling opzegbaarheid duurovereenkomst

expertise:

Corporate law - M&A

newsletter:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

This field is for validation purposes and should be left unchanged.

07 February 2018

Tussen SMQ, Goglio en Qbig is een licentieovereenkomst gesloten. Tussen Goglio en Qbig  bestond daarnaast een leveringsrelatie. Na te late betaling van de licentievergoeding heeft SMQ de licentieovereenkomst conform het contract met Goglio opgezegd en aanspraak gemaakt op de overeengekomen beëindigingsvergoeding. SMQ vordert betaling van die “break-up fee” ad € 650.000,-. De rechtbank wijst dat toe. In hoger beroep stelt Goglio is dat de opzegging niet rechtsgeldig is, zodat de beëindigingsvergoeding niet verschuldigd is. Dat betoog slaagt niet bij het hof: het rechtbankvonnis wordt door het hof bekrachtigd.

Het contract tussen partijen

De belangrijke bepalingen luiden als volgt:

“3. Royalty-fees.

(…)

3.b. Royalty fee and Minimum Royalty. From the Effective Date and during the continuance of this Agreement until the termination (…), the Parties agree that the Licensee [Goglio, HR] shall pay to SMQ, before the 30th of January of the year following each and all relevant calendar years: (1) a Royalty-fee based on an 8% royalty-rate (…).

26 Termination

In the event either Party considers that any other Party to be in default of any provision of this Agreement, such Party shall provide notice in writing to the other specifically identifying the relevant part of the Agreement which has caused the breach or non-fulfilment of the Agreement, and the specific acts of the other Party which are believed to create a default. The Party to whom such notice is given shall have a term of sixty (60) days, from receiving the notice, to correct the matters or causes specified in the notice or otherwise correct such default. In the event such default cannot be corrected within the mentioned period of sixty (60) days, the notified Party shall inform the notifying Party to that effect and to immediately commence activity directed towards correction of such default and to diligently pursue the same until correction has occurred, unless the notifying Party has notified the defaulting Party in writing that the proposed cure or schedule is unacceptable. In the event such default is not cured, or such action taken and diligently pursued within said sixty-(60)-days period, or within such additional time as the notifying Party in its reasonable discretion may provide, does not succeed, the Party which has been aggrieved by such default may, without prejudice to any other legal or equitable right such Party may have with respect to the relevant default, terminate this Agreement by giving notice of termination, effective thirty (30) days after the expiration of the initial sixty-(60)-days cure period.

27 Break-up fee

The Parties agree that in the event this Agreement is terminated as a consequence of an attributable breach of contract by Licensee, or by unilateral decision of the Licensee, or by any other cause, the Licensee will be due and shall immediately pay to SMQ a Break-up Fee of seven-hundred fifty-thousand Euros (750,000) Euros (…). The Royalty-fees and Minimum Royalties, effectively paid and executed, by the Licensee to SMQ with respect to the calendar year 2011 and subsequent years shall be deductible from the Break-up Fee set forth in this Article, being each deduction effective upon the date of receipt of the relevant sum(s) by SMQ. (…).”

De Hoge Raad

Ook bij de Hoge Raad vangt Goglio bot (HR 2 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:141). Voor de praktijk is belangrijk dat de Hoge Raad (nog eens) op een rijtje zet, wat de regels zijn voor opzegging van duurovereenkomsten voor onbepaalde tijd.

Of en, zo ja, onder welke voorwaarden een duurovereenkomst die voor onbepaalde tijd is aangegaan, opzegbaar is, wordt bepaald door de inhoud daarvan en door de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen.

Indien wet en overeenkomst niet voorzien in een regeling van de opzegging, geldt dat de overeenkomst in beginsel opzegbaar is. De eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is, indien daarvoor een voldoende zwaarwegende grond bestaat. Die eisen kunnen voorts in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding.

Het is mogelijk dat een voor onbepaalde tijd gesloten duurovereenkomst naar de bedoeling van partijen niet-opzegbaar is. De wederpartij van degene die zich op de niet-opzegbaarheid beroept, kan daartegen onder omstandigheden, kort gezegd, aanvoeren dat dit naar redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dan wel een beroep doen op onvoorziene omstandigheden.

Ook als de wet of een duurovereenkomst wel voorziet in een regeling van de opzegging, kunnen, indien de wet en hetgeen tussen partijen is overeengekomen daarvoor ruimte laten, de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat aan de opzegging nadere eisen gesteld worden.

Een beroep op een uit de wet of een overeenkomst voortvloeiende bevoegdheid om de overeenkomst op te zeggen kan onder omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn.

De Hoge Raad vindt dat de hiervoor weergegeven, tevoren afgesproken opzegmogelijkheid in de licentieovereenkomst tussen SMQ, Goglio en Qbig niet in strijd met dit stelsel is en (dus) niet onredelijk is. Een beroep op de opzeggingsregeling is pas ontoelaatbaar als dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Dat is hier niet het geval.

Praktijktip

Het is zinvol – want tussen professionele partijen in beginsel het uitgangspunt – in een contract een goede regeling op te nemen over opzegging. Die dient onder meer te regelen of en wanneer kan worden opgezegd, met inachtneming van welke termijn en wat de gevolgen zijn van de opzegging (e.g. schadevergoeding of juist niet, al dan niet doorleveren tijdens de opzegtermijn, het al dan niet kunnen plaatsen door partijen van (extra) opdrachten tijdens de opzeggingstermijn e.d.).

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of heeft u andere ondernemingsrechtelijke vragen, neemt u dan gerust vrijblijvend contact op met Marc Janssen of andere leden van de sectie ondernemingsrecht.